10K+ Studenten - 4.8/5
Lerne mit einem Lehrer Lernmaterialien inbegriffen Konversation üben

Niederländisch Kurs: A1 Anfänger (Lehrplan)

A1.3.1: Nieuw in Nederland! (Neu in den Niederlanden!)

Niederländisch A1.3.1 Neu in den Niederlanden!
Kapitel: Waar kom je vandaan? (Woher kommst du?)
Modul 1 (A1): Jezelf voorstellen (Sich selbst vorstellen)

A1.4.1: Tellen en getallen (Zählen und Zahlen)

Niederländisch A1.4.1 Zählen und Zahlen
Kapitel: Cijfers en tellen (Zahlen und Zählen)
Modul 1 (A1): Jezelf voorstellen (Sich selbst vorstellen)

A1.5.1: Familieroddels en koffieklets (Familientratsch und Kaffeeklatsch)

Niederländisch A1.5.1 Familientratsch und Kaffeeklatsch
Kapitel: Familie (Familie)
Modul 1 (A1): Jezelf voorstellen (Sich selbst vorstellen)

A1.6.1: Het verjaardagsfeest (Die Geburtstagsfeier)

Niederländisch A1.6.1 Die Geburtstagsfeier
Kapitel: Je leeftijd zeggen (Sagen Sie Ihr Alter)
Modul 1 (A1): Jezelf voorstellen (Sich selbst vorstellen)

A1.7.1: In een bruin café in Leiden (In einem Brauercafé in Leiden)

Niederländisch A1.7.1 In einem Brauercafé in Leiden
Kapitel: Beroepen en studies (Berufe und Studium)
Modul 1 (A1): Jezelf voorstellen (Sich selbst vorstellen)

A1.8.1: Uitwisselen van contactgegevens na de les (Austausch von Kontaktdaten nach dem Unterricht)

Niederländisch A1.8.1 Austausch von Kontaktdaten nach dem Unterricht
Kapitel: Adres en contactgegevens (Adresse und Kontaktdaten)
Modul 1 (A1): Jezelf voorstellen (Sich selbst vorstellen)

A1.9.1: Werkschema in een ziekenhuis (Arbeitsplan in einem Krankenhaus)

Niederländisch A1.9.1 Arbeitsplan in einem Krankenhaus
Kapitel: Dagen van de week en dagdelen (Wochentage und Tagesabschnitte)
Modul 2 (A1): Van uren tot seizoenen (Von Stunden zu Jahreszeiten)

A1.10.1: Het weerbericht - een week in maart. (Der Wetterbericht - eine Woche im März.)

Niederländisch A1.10.1 Der Wetterbericht - eine Woche im März.
Kapitel: Het weer (Das Wetter)
Modul 2 (A1): Van uren tot seizoenen (Von Stunden zu Jahreszeiten)

A1.12.1: Goede voornemens voor elk seizoen (Gute Vorsätze für jede Jahreszeit)

Niederländisch A1.12.1 Gute Vorsätze für jede Jahreszeit
Kapitel: Seizoenen, maanden en delen van het jaar (Jahreszeiten, Monate und Teile des Jahres)
Modul 2 (A1): Van uren tot seizoenen (Von Stunden zu Jahreszeiten)

A1.13.1: Weekorganisatie (Wochenorganisation)

Niederländisch A1.13.1 Wochenorganisation
Kapitel: Hoe laat is het? De klok lezen. (Uhrzeit und Uhr ablesen)
Modul 2 (A1): Van uren tot seizoenen (Von Stunden zu Jahreszeiten)

A1.14.1: Wij gaan naar huis met de feestdagen (Wir fahren an den Feiertagen nach Hause)

Niederländisch A1.14.1 Wir fahren an den Feiertagen nach Hause
Kapitel: Kalenderdata en feestdagen (Kalenderdaten und Feiertage)
Modul 2 (A1): Van uren tot seizoenen (Von Stunden zu Jahreszeiten)

A1.15.1: Wat eten we vandaag? (Was essen wir heute?)

Niederländisch A1.15.1 Was essen wir heute?
Kapitel: Dagelijks eten (Tägliches Essen)
Modul 3 (A1): Dag tot dag (Tag für Tag)

A1.16.1: Een gewone dag (Ein gewöhnlicher Tag)

Niederländisch A1.16.1 Ein gewöhnlicher Tag
Kapitel: Dagelijkse routines (Tägliche Routine)
Modul 3 (A1): Dag tot dag (Tag für Tag)

A1.17.1: Huisgemaakte pannenkoeken met slagroom en fruit (Hausgemachte Pfannkuchen mit Schlagsahne und Obst)

Niederländisch A1.17.1 Hausgemachte Pfannkuchen mit Schlagsahne und Obst
Kapitel: Koken en bakken (Kochen und Backen)
Modul 3 (A1): Dag tot dag (Tag für Tag)

A1.18.1: Samen koken op een dinsdagavond (Gemeinsam kochen an einem Dienstagabend)

Niederländisch A1.18.1 Gemeinsam kochen an einem Dienstagabend
Kapitel: Dingen vragen (Dinge fragen)
Modul 3 (A1): Dag tot dag (Tag für Tag)

A1.19.1: Op de Albert Cuypmarkt in Amsterdam (Auf dem Albert Cuypmarkt in Amsterdam)

Niederländisch A1.19.1 Auf dem Albert Cuypmarkt in Amsterdam
Kapitel: Prijzen en geld (Preise und Geld)
Modul 3 (A1): Dag tot dag (Tag für Tag)

A1.20.1: Boodschappen doen voor het avondeten (Einkaufen für das Abendessen)

Niederländisch A1.20.1 Einkaufen für das Abendessen
Kapitel: Boodschappen doen (Lebensmittel einkaufen)
Modul 3 (A1): Dag tot dag (Tag für Tag)

A1.21.1: Advies vragen in de kledingwinkel (Beratung im Bekleidungsgeschäft einholen)

Niederländisch A1.21.1 Beratung im Bekleidungsgeschäft einholen
Kapitel: In de kledingwinkel (Im Bekleidungsgeschäft)
Modul 3 (A1): Dag tot dag (Tag für Tag)

A1.22.1: Fietsen over de Afsluitdijk (Radfahren über den Abschlussdeich)

Niederländisch A1.22.1 Radfahren über den Abschlussdeich
Kapitel: Lichaamsdelen (Körperteile)
Modul 3 (A1): Dag tot dag (Tag für Tag)

A1.23.1: Zorgen over het uiterlijk (Sorgen über das Aussehen)

Niederländisch A1.23.1 Sorgen über das Aussehen
Kapitel: Fysiek en uiterlijk (Körperliche Merkmale)
Modul 4 (A1): Objecten en mensen beschrijven (Objekte und Personen beschreiben)

A1.24.1: Dagelijkse Outfit Kiezen (Tägliches Outfit Wählen)

Niederländisch A1.24.1 Tägliches Outfit Wählen
Kapitel: Kleuren (Farben)
Modul 4 (A1): Objecten en mensen beschrijven (Objekte und Personen beschreiben)

A1.25.1: Groepstherapie bij de koffiemachine (Gruppentherapie an der Kaffeemaschine)

Niederländisch A1.25.1 Gruppentherapie an der Kaffeemaschine
Kapitel: Emoties en gevoelens (Emotionen und Gefühle)
Modul 4 (A1): Objecten en mensen beschrijven (Objekte und Personen beschreiben)

A1.26.1: Brochure voor het blotenvoetenpark (Broschüre für den Barfußpark)

Niederländisch A1.26.1 Broschüre für den Barfußpark
Kapitel: Zintuigen en waarnemen (Sinne und Wahrnehmung)
Modul 4 (A1): Objecten en mensen beschrijven (Objekte und Personen beschreiben)

A1.27.1: De Nederlandse gevels (Die niederländischen Fassaden)

Niederländisch A1.27.1 Die niederländischen Fassaden
Typ: Architektur
Kapitel: Vormen en figuren (Formen und Gestalten)
Modul 4 (A1): Objecten en mensen beschrijven (Objekte und Personen beschreiben)

A1.28.1: Op zoek naar een nieuwe collega (Auf der Suche nach einem neuen Kollegen)

Niederländisch A1.28.1 Auf der Suche nach einem neuen Kollegen
Kapitel: Karakter en persoonlijkheid (Charakter und Persönlichkeit)
Modul 4 (A1): Objecten en mensen beschrijven (Objekte und Personen beschreiben)

A1.29.1: Dagboek – Veranderen van werk? (Tagebuch – Wechseln der Arbeit?)

Niederländisch A1.29.1 Tagebuch – Wechseln der Arbeit?
Kapitel: Fysieke toestanden en sensaties (Körperliche Zustände und Empfindungen)
Modul 4 (A1): Objecten en mensen beschrijven (Objekte und Personen beschreiben)

A1.30.1: Ziek melden... of Elfstedentocht? (Krankmelden... oder Elfstedentocht?)

Niederländisch A1.30.1 Krankmelden... oder Elfstedentocht?
Kapitel: Ziekte en pijn (Krankheit und Schmerz)
Modul 4 (A1): Objecten en mensen beschrijven (Objekte und Personen beschreiben)

A1.32.1: Texel, tiny house, dag 1. (Texel, kleines Haus, Tag 1.)

Niederländisch A1.32.1 Texel, kleines Haus, Tag 1.
Kapitel: Meubilair (Möbel)
Modul 5 (A1): Thuis (Zu Hause)

A1.35.1: Woning te huur in Almere (Wohnung zu vermieten in Almere)

Niederländisch A1.35.1 Wohnung zu vermieten in Almere
Kapitel: Huisvesting en accommodatie (Wohnen und Unterbringung)
Modul 5 (A1): Thuis (Zu Hause)

A1.38.1: Een ochtend vol praktische zaken (Ein Morgen voller praktischer Angelegenheiten)

Niederländisch A1.38.1 Ein Morgen voller praktischer Angelegenheiten
Kapitel: Dagelijkse diensten (Tägliche Dienstleistungen)
Modul 6 (A1): De stad en het dorp (Die Stadt und das Dorf)

A1.39.1: Eten bestellen in het restaurant (Essen im Restaurant bestellen)

Niederländisch A1.39.1 Essen im Restaurant bestellen
Kapitel: Eten bestellen en uit eten gaan (Essen bestellen und auswärts essen)
Modul 6 (A1): De stad en het dorp (Die Stadt und das Dorf)

A1.40.1: Sport je fit, sport je blij! (Sport macht fit, Sport macht glücklich!)

Niederländisch A1.40.1 Sport macht fit, Sport macht glücklich!
Kapitel: Sport en beweging (Sport und Bewegung)
Modul 6 (A1): De stad en het dorp (Die Stadt und das Dorf)

A1.43.1: De weg vragen (Nach dem Weg fragen)

Niederländisch A1.43.1 Nach dem Weg fragen
Kapitel: Routebeschrijving vragen en geven (Nach dem Weg fragen und ihn geben)
Modul 6 (A1): De stad en het dorp (Die Stadt und das Dorf)

A1.44.1: Een toffe vrijdag na een lange werkweek (Ein toller Freitag nach einer langen Arbeitswoche)

Niederländisch A1.44.1 Ein toller Freitag nach einer langen Arbeitswoche
Kapitel: Vrijdagavond uit (Freitagabend)
Modul 6 (A1): De stad en het dorp (Die Stadt und das Dorf)