Niederländisch A1.25.1 Gruppentherapie an der Kaffeemaschine

Jan – arbeitet in der Marketingabteilung – und Sanne – Kollegin, aus der IT-Abteilung – geben sich gegenseitig Mut bei einem Kaffee.

Dialoog: Groepstherapie bij de koffiemachine

Jan – werkt in de marketingafdeling - en Sanne – Collega, van de IT-afdeling – drinken elkaar moed in bij een koffie.

Niederländisch A1.25.1 Gruppentherapie an der Kaffeemaschine

A1 Niederländisch

Niveau: A1

Modul 4: Objecten en mensen beschrijven (Objekte und Personen beschreiben)

Lektion 25: Emoties en gevoelens (Emotionen und Gefühle)

Unterrichtsrichtlinien +/- 15 Minuten

Audio und Video

Audio
Audio
Audio mit Übersetzungen
Audio mit Übersetzungen

Gespräch

1. Jan : Poeh, Sanne, ik ben echt zenuwachtig. Onze baas geeft weer druk voor de deadline. (Puh, Sanne, ich bin echt nervös. Unser Chef macht wieder Druck wegen der Deadline.)
2. Sanne: Ja, ik voel me haast bang door zoveel werkdruk. De baas begrijpt ons niet meer. Ik ben echt boos. (Ja, ich fühle mich fast ängstlich wegen so viel Arbeitsdruck. Der Chef versteht uns nicht mehr. Ich bin wirklich wütend.)
3. Jan : Nu wil zij plots de presentatie vrijdag al, en dat voor twaalf uur! (Jetzt will sie plötzlich die Präsentation bereits am Freitag, und das vor zwölf Uhr!)
4. Sanne: Ik word er bijna verdrietig van. We werken al lang aan dit project. Het lijkt wel alsof ze er blij van wordt. (Ich werde fast traurig davon. Wir arbeiten schon lange an diesem Projekt. Es scheint, als ob sie sich darüber freut.)
5. Jan : Inderdaad! Ze is altijd blij als ze werk aan ons kan geven, maar ze snapt de werkdruk niet. (In der Tat! Sie ist immer froh, wenn sie uns Arbeit geben kann, aber sie versteht den Arbeitsdruck nicht.)
6. Sanne: Helemaal! Je kan je werk niet goed doen met zo'n druk. Ik wil erom lachen, maar het is helemaal niet grappig. (Genau! Man kann seine Arbeit nicht gut machen bei so einem Druck. Ich möchte darüber lachen, aber es ist überhaupt nicht lustig.)
7. Jan : En hoe voel je je met de situatie? Kan je ontspannen 's avonds? (Und wie fühlst du dich mit der Situation? Kannst du abends entspannen?)
8. Sanne: Ik ben allesbehalve rustig. Ik ben zenuwachtig en ook niet meer echt gelukkig. Ik krijg er een burn-out door. (Ich bin alles andere als ruhig. Ich bin nervös und auch nicht mehr wirklich glücklich. Ich bekomme dadurch einen Burnout.)
9. Jan : Kom op! Dan ben ik mijn maatje kwijt. Neem je nog een koffie en we gaan door! (Komm schon! Dann bin ich mein Kumpel los. Nimm dir noch einen Kaffee und wir machen weiter!)
10. Sanne: Haha, bedankt. Het is hier saai en grijs op dit kantoor, maar gelukkig heb ik jou! (Haha, danke. Es ist hier langweilig und grau in diesem Büro, aber zum Glück habe ich dich!)
11. Jan : In elk geval, opletten of we worden kaal en dik door zoveel koffie en stress. (In jedem Fall, aufpassen, dass wir nicht durch so viel Kaffee und Stress kahl und dick werden.)
12. Sanne: Misschien moeten we even praten met haar. Ze heeft het ook niet altijd makkelijk door die competitieve sfeer hier. (Vielleicht sollten wir mal mit ihr reden. Sie hat es auch nicht immer leicht wegen der wettbewerbsorientierten Atmosphäre hier.)

Übung 1: Diskussionsfragen

Anleitung: Diskutiert die Fragen, nachdem ihr das Audio gehört oder den Text gelesen habt.

  1. Waarom is Jan boos en zenuwachtig?
  2. Warum ist Jan wütend und nervös?
  3. Wanneer is de deadline voor de presentatie?
  4. Wann ist die Deadline für die Präsentation?
  5. Hoe is jouw baas? Hoe voel jij je op je werk?
  6. Wie ist dein Chef? Wie fühlst du dich bei der Arbeit?
  7. Vind de preposities 'Om, door, aan, naar, met' en leg hun functie uit.
  8. Finde die Präpositionen 'Um, durch, an, nach, mit' und erkläre ihre Funktion.

Übung 2: Füllen Sie die Lücken aus und vervollständigen Sie die Sätze.

Anleitung: Füllen Sie das richtige Wort ein.

Übersetzung anzeigen Antworten zeigen

zenuwachtig, verdrietig, voel, blij, boos

1.
Poeh, Sanne, ik ben echt .... Onze baas geeft weer druk voor de deadline.
(Puh, Sanne, ich bin echt nervös. Unser Chef macht wieder Druck wegen der Deadline.)
2.
Ja, ik voel me haast bang door zoveel werkdruk. De baas begrijpt ons niet meer. Ik ben echt ....
(Ja, ich fühle mich fast ängstlich wegen so viel Arbeitsdruck. Der Chef versteht uns nicht mehr. Ich bin wirklich wütend.)
3.
Ik word er bijna ... van. We werken al lang aan dit project. Het lijkt wel alsof ze er blij van wordt.
(Ich werde fast traurig davon. Wir arbeiten schon lange an diesem Projekt. Es scheint, als ob sie sich darüber freut.)
4.
En hoe ... je je met de situatie? Kan je ontspannen 's avonds?
(Und wie fühlst du dich mit der Situation? Kannst du dich abends entspannen?)
5.
Inderdaad! Ze is altijd ... als ze werk aan ons kan geven, maar ze snapt de werkdruk niet.
(In der Tat! Sie ist immer froh, wenn sie uns Arbeit geben kann, aber sie versteht den Arbeitsdruck nicht.)

Übung 3: Ordne den Text

Anleitung: Nummeriere die Sätze in der richtigen Reihenfolge und lies sie laut vor.

Übersetzung anzeigen
12
12 Misschien moeten we even praten met haar. Ze heeft het ook niet altijd makkelijk door die competitieve sfeer hier.
(Vielleicht sollten wir mit ihr sprechen. Sie hat es hier auch nicht immer leicht wegen der wettbewerbsintensiven Atmosphäre.)
7
... En hoe voel je je met de situatie? Kan je ontspannen 's avonds?
(Und wie fühlst du dich mit der Situation? Kannst du dich abends entspannen?)
6
... Helemaal! Je kan je werk niet goed doen met zo'n druk. Ik wil erom lachen, maar het is helemaal niet grappig.
(Genau! Man kann seine Arbeit nicht gut machen bei so einem Druck. Ich möchte darüber lachen, aber es ist überhaupt nicht lustig.)
1
1 Poeh, Sanne, ik ben echt zenuwachtig. Onze baas geeft weer druk voor de deadline.
(Puh, Sanne, ich bin echt nervös. Unser Chef macht wieder Druck wegen der Deadline.)
9
... Kom op! Dan ben ik mijn maatje kwijt. Neem je nog een koffie en we gaan door!
(Komm schon! Dann bin ich mein Kumpel los. Nimm dir noch einen Kaffee und wir machen weiter!)
5
... Inderdaad! Ze is altijd blij als ze werk aan ons kan geven, maar ze snapt de werkdruk niet.
(In der Tat! Sie ist immer froh, wenn sie uns Arbeit geben kann, aber sie versteht den Arbeitsdruck nicht.)
8
... Ik ben allesbehalve rustig. Ik ben zenuwachtig en ook niet meer echt gelukkig. Ik krijg er een burn-out door.
(Ich bin alles andere als ruhig. Ich bin nervös und auch nicht mehr wirklich glücklich. Ich bekomme dadurch einen Burnout.)
2
... Ja, ik voel me haast bang door zoveel werkdruk. De baas begrijpt ons niet meer. Ik ben echt boos.
(Ja, ich fühle mich fast ängstlich wegen so viel Arbeitsdruck. Der Chef versteht uns nicht mehr. Ich bin wirklich wütend.)
11
... In elk geval, opletten of we worden kaal en dik door zoveel koffie en stress.
(In jedem Fall, aufpassen, dass wir nicht durch so viel Kaffee und Stress kahl und dick werden.)
10
... Haha, bedankt. Het is hier saai en grijs op dit kantoor, maar gelukkig heb ik jou!
(Haha, danke. Es ist hier langweilig und grau in diesem Büro, aber zum Glück habe ich dich!)
4
... Ik word er bijna verdrietig van. We werken al lang aan dit project. Het lijkt wel alsof ze er blij van wordt.
(Ich werde fast traurig davon. Wir arbeiten schon lange an diesem Projekt. Es scheint, als ob sie sich darüber freut.)
3
... Nu wil zij plots de presentatie vrijdag al, en dat voor twaalf uur!
(Jetzt will sie plötzlich die Präsentation bereits am Freitag, und das vor zwölf Uhr!)