Gespräch
1. | Verkoper: | Goedemorgen, hoe kan ik je helpen? | (Guten Morgen, wie kann ich Ihnen helfen?) Anzeigen |
2. | Maria: | Hallo, ik zoek een rok voor een feestje. Heeft u iets in maat 38? | (Hallo, ich suche einen Rock für eine Party. Haben Sie etwas in Größe 38?) Anzeigen |
3. | Verkoper: | We hebben deze rok in maat 38. Die past goed bij een bloes. | (Wir haben diesen Rock in Größe 38. Der passt gut zu einer Bluse.) Anzeigen |
4. | Maria: | Ik ben meer op zoek naar iets in een lichte kleur. | (Ich suche eher etwas in einer hellen Farbe.) Anzeigen |
5. | Verkoper: | U kunt een beige broek combineren met een zwarte riem en een blauw T-shirt. | (Sie können eine beige Hose mit einem schwarzen Gürtel und einem blauen T-Shirt kombinieren.) Anzeigen |
6. | Maria: | Goed idee. En misschien nog een jas en hoed? | (Gute Idee. Und vielleicht noch eine Jacke und einen Hut?) Anzeigen |
7. | Verkoper: | Dat kan, of gewoon een trui staat ook niet slecht. | (Das geht, oder einfach ein Pullover sieht auch nicht schlecht aus.) Anzeigen |
8. | Maria: | Kun je me laarzen aanraden die bij dit outfit passen? | (Kannst du mir Stiefel empfehlen, die zu diesem Outfit passen?) Anzeigen |
9. | Verkoper: | Neem bruine laarzen of schoenen. Dat is stijlvol en comfortabel. | (Nehmen Sie braune Stiefel oder Schuhe. Das ist stilvoll und bequem.) Anzeigen |
10. | Maria: | Helemaal goed! Kan ik met de pin betalen? | (Ganz in Ordnung! Kann ich mit der Girokarte bezahlen?) Anzeigen |
11. | Verkoper: | Ja, de totale prijs is 150 euro. | (Ja, der Gesamtpreis beträgt 150 Euro.) Anzeigen |
Übung 1: Diskussionsfragen
Anleitung: Diskutiert die Fragen, nachdem ihr das Audio gehört oder den Text gelesen habt.
- Wat combineert de verkoper met de beige broek?
- Wat raadt de verkoper aan voor laarzen bij Maria's outfit?
- Wat draag jij meestal naar een feestje? Beschrijf je favoriete outfit.
- Welke maten heb jij voor kleding?
Womit kombiniert der Verkäufer die beige Hose?
Was empfiehlt der Verkäufer für Stiefel zu Marias Outfit?
Was trägst du normalerweise zu einer Party? Beschreibe dein Lieblingsoutfit.
Welche Größen haben Sie für Kleidung?
Übung 2: Füllen Sie die Lücken aus und vervollständigen Sie die Sätze.
Anleitung: Füllen Sie das richtige Wort ein.
pin, rok, riem, laarzen
1.
U kunt een beige broek combineren met een zwarte ... en een blauw T-shirt.
(Sie können eine beige Hose mit einem schwarzen Gürtel und einem blauen T-Shirt kombinieren.)
2.
We hebben deze ... in maat 38. Die past goed bij een bloes.
(Wir haben diesen Rock in Größe 38. Er passt gut zu einer Bluse.)
3.
Helemaal goed! Kan ik met de ... betalen?
(Alles klar! Kann ich mit Karte zahlen?)
4.
Hallo, ik zoek een ... voor een feestje. Heeft u iets in maat 38?
(Hallo, ich suche einen Rock für eine Party. Haben Sie etwas in Größe 38?)
5.
Kun je me ... aanraden die bij dit outfit passen?
(Kannst du mir Stiefel empfehlen, die zu diesem Outfit passen?)
Übung 3: Ordne den Text
Anleitung: Nummeriere die Sätze in der richtigen Reihenfolge und lies sie laut vor.
7
...
Dat kan, of gewoon een trui staat ook niet slecht.
(Das geht, oder einfach ein Pullover sieht auch nicht schlecht aus.)
5
...
U kunt een beige broek combineren met een zwarte riem en een blauw T-shirt.
(Sie können eine beige Hose mit einem schwarzen Gürtel und einem blauen T-Shirt kombinieren.)
4
...
Ik ben meer op zoek naar iets in een lichte kleur.
(Ich suche eher etwas in einer hellen Farbe.)
8
...
Kun je me laarzen aanraden die bij dit outfit passen?
(Kannst du mir Stiefel empfehlen, die zu diesem Outfit passen?)
11
11
Ja, de totale prijs is 150 euro.
(Ja, der Gesamtpreis beträgt 150 Euro.)
6
...
Goed idee. En misschien nog een jas en hoed?
(Gute Idee. Und vielleicht noch eine Jacke und einen Hut?)
10
...
Helemaal goed! Kan ik met de pin betalen?
(Alles klar! Kann ich mit Karte zahlen?)
2
...
Hallo, ik zoek een rok voor een feestje. Heeft u iets in maat 38?
(Hallo, ich suche einen Rock für eine Party. Haben Sie etwas in Größe 38?)
1
1
Goedemorgen, hoe kan ik je helpen?
(Guten Morgen, wie kann ich Ihnen helfen?)
9
...
Neem bruine laarzen of schoenen. Dat is stijlvol en comfortabel.
(Nehmen Sie braune Stiefel oder Schuhe. Das ist stilvoll und bequem.)
3
...
We hebben deze rok in maat 38. Die past goed bij een bloes.
(Wir haben diesen Rock in Größe 38. Er passt gut zu einer Bluse.)