Gespräch
1. | Alex: | Wat eten we vandaag? | (Was essen wir heute?) Anzeigen |
2. | Mevrouw Jansen.: | We eten stamppot met wortel, aardappel en ui. Een typisch Nederlands gerecht. | (Wir essen Stampfkartoffeln mit Möhren, Kartoffeln und Zwiebeln. Ein typisches niederländisches Gericht.) Anzeigen |
3. | Alex: | Leuk! Ik eet graag aardappels en wortels, maar ik houd niet zo van ui... | (Schön! Ich esse gerne Kartoffeln und Möhren, aber ich mag keine Zwiebeln...) Anzeigen |
4. | Mevrouw Jansen.: | Dat is oké. Je kan een beetje ui nemen, of je laat het weg. | (Das ist okay. Du kannst ein bisschen Zwiebel nehmen, oder du lässt sie weg.) Anzeigen |
5. | Alex: | En is het vegetarisch? Ik eet geen vlees. | (Und ist es vegetarisch? Ich esse kein Fleisch.) Anzeigen |
6. | Mevrouw Jansen.: | Ik heb de worst weg gelaten omdat jij vegetariër bent. | (Ich habe die Wurst weggelassen, weil du Vegetarier bist.) Anzeigen |
7. | Alex: | Prima! Drinken we melk bij het eten? | (Prima! Trinken wir Milch zum Essen?) Anzeigen |
8. | Mevrouw Jansen.: | Nee, we drinken thee want het is koud buiten. | (Nein, wir trinken Tee, weil es draußen kalt ist.) Anzeigen |
9. | Alex: | Goed idee. En hebben we ook een toetje? | (Gute Idee. Und haben wir auch ein Dessert?) Anzeigen |
10. | Mevrouw Jansen.: | Ja, we eten een appel of een sinaasappel na het avondeten. | (Ja, wir essen einen Apfel oder eine Orange nach dem Abendessen.) Anzeigen |
11. | Alex: | Heerlijk! Ik eet graag fruit. En ik drink daarna een kopje koffie. | (Herrlich! Ich esse gerne Obst. Und danach trinke ich eine Tasse Kaffee.) Anzeigen |
Übung 1: Diskussionsfragen
Anleitung: Diskutiert die Fragen, nachdem ihr das Audio gehört oder den Text gelesen habt.
- Wat zit er in de stamppot van mevrouw Jansen?
- Wat drinkt Alex na het avondeten?
Was ist in dem Stampfgericht von Frau Jansen?
Was trinkt Alex nach dem Abendessen?
Übung 2: Ordne den Text
Anleitung: Nummeriere die Sätze in der richtigen Reihenfolge und lies sie laut vor.
1
1
Wat eten we vandaag?
(Was essen wir heute?)
6
...
Ik heb de worst weg gelaten omdat jij vegetariër bent.
(Ich habe die Wurst weggelassen, weil du Vegetarier bist.)
10
...
Ja, we eten een appel of een sinaasappel na het avondeten.
(Ja, wir essen einen Apfel oder eine Orange nach dem Abendessen.)
7
...
Prima! Drinken we melk bij het eten?
(Prima! Trinken wir Milch zum Essen?)
8
...
Nee, we drinken thee want het is koud buiten.
(Nein, wir trinken Tee, weil es draußen kalt ist.)
4
...
Dat is oké. Je kan een beetje ui nemen, of je laat het weg.
(Das ist okay. Du kannst ein bisschen Zwiebel nehmen, oder du lässt sie weg.)
5
...
En is het vegetarisch? Ik eet geen vlees.
(Und ist es vegetarisch? Ich esse kein Fleisch.)
9
...
Goed idee. En hebben we ook een toetje?
(Gute Idee. Und haben wir auch ein Dessert?)
2
...
We eten stamppot met wortel, aardappel en ui. Een typisch Nederlands gerecht.
(Wir essen Stampfkartoffeln mit Möhren, Kartoffeln und Zwiebeln. Ein typisches niederländisches Gericht.)
11
11
Heerlijk! Ik eet graag fruit. En ik drink daarna een kopje koffie.
(Herrlich! Ich esse gerne Obst. Und danach trinke ich eine Tasse Kaffee.)
3
...
Leuk! Ik eet graag aardappels en wortels, maar ik houd niet zo van ui...
(Schön! Ich esse gerne Kartoffeln und Möhren, aber ich mag keine Zwiebeln...)