Ziekte en pijn

Krankheit und Schmerz

Uitdrukken van ziekte en pijn. (Krankheit und Schmerzen ausdrücken.)
Leg je medische toestand uit bij de dokter. (Drücken Sie Ihre gesundheitlichen Beschwerden im Arztpraxis aus.)
Bijwoorden Anders, graag, zo, heel,... (Adverbien Anders, graag, zo, heel,...)

Vorher Nächster

Hör- und Lesematerialien

Vokabeln mit echten Materialien im Kontext üben.

Niederländisch A1.30.1 Krankmelden... oder Elfstedentocht?

A1.30.1 Dialoog

Ziek melden... of Elfstedentocht?

Krankmelden... oder Elfstedentocht?

Wortschatz (13)

Schülerarbeitsblatt

Teilen Kopiert!

Beterschap!

Gute besserung! Anzeigen

De rust

Die ruhe Anzeigen

Gezond

Gesund Anzeigen

De gezondheid

Die gesundheit Anzeigen

Helpen

Helfen Anzeigen

De koorts

Das fieber Anzeigen

Het medicijn

Das medikament Anzeigen

De griep

Die grippe Anzeigen

Hoesten

Husten Anzeigen

Ziek

Krank Anzeigen

Schrijven

Schreiben Anzeigen

Misselijk

Übel Anzeigen

Het symptoom

Das symptom Anzeigen

Übungen

Schülerarbeitsblatt

Teilen Kopiert!

Diese Übungen können während Konversationsstunden oder als Hausaufgaben gemacht werden.

Übung 1: Gesprächsübung

Anleitung:

Beschrijf de symptomen van elke persoon. (Beschreiben Sie die Symptome jeder Person.)
Speel een dialoog af bij de huisarts. (Spielen Sie einen Dialog beim Arzt.)

Unterrichtsrichtlinien +/- 10 Minuten

Beispielsätze:

Hij heeft pijn in de nek.

Er hat Schmerzen im Nacken.

Je hebt koorts.

Sie haben Fieber.

Mijn rug doet pijn.

Mein Rücken tut weh.

Waar doet het pijn?

Wo tut es weh?

Ik heb een hoest.

Ich habe Husten.

Ik heb hoofdpijn.

Ich habe Kopfschmerzen.

Ik heb buikpijn.

Ich habe Bauchschmerzen.

Ik voel me misselijk.

Mir ist übel.

...

Übung 2: Dialogkarten

Anleitung: Wähle eine Situation aus und übe das Gespräch mit deinem Lehrer oder deinen Mitschülern.

Bij de huisarts - hoofdpijn

Beispiel 1

Patiënt: Goedemorgen, ik heb sinds vanochtend heel erg hoofdpijn.

Patient: Guten Morgen, ich habe seit heute Morgen sehr starke Kopfschmerzen.

Dokter: Dat is vervelend. Voel je je verder nog anders?

Doktor: Das ist ärgerlich. Fühlst du dich sonst noch anders?

Patiënt: Ja, ik voel me niet zo fit en mijn keel doet pijn.

Patient: Ja, ich fühle mich nicht so fit und mein Hals tut weh.

Dokter: Ik ga je onderzoeken en geef je graag wat medicijnen mee.

Arzt: Ich werde Sie untersuchen und gebe Ihnen gerne einige Medikamente mit.

Beispiel 2

Patiënt: Hallo dokter, ik voel me niet goed. De hoofdpijn is erg sterk.

Patient: Hallo Doktor, ich fühle mich nicht gut. Die Kopfschmerzen sind sehr stark.

Dokter: Heb je ook koorts of andere klachten?

Arzt: Haben Sie auch Fieber oder andere Beschwerden?

Patiënt: Nee, ik heb geen koorts, maar mijn spieren doen erg zeer.

Patient: Nein, ich habe kein Fieber, aber meine Muskeln tun sehr weh.

Dokter: Rust goed uit en neem dit medicijn, dat werkt heel goed tegen de pijn.

Arzt: Ruhen Sie sich gut aus und nehmen Sie dieses Medikament, es wirkt sehr gut gegen die Schmerzen.

Apotheekbezoek voor medicatie

Beispiel 1

Klant: Goedemiddag, ik zoek iets tegen een erg zere keel.

Kunde: Guten Tag, ich suche etwas gegen einen sehr starken Halsschmerz.

Apotheker: Heeft u al medicijnen geprobeerd?

Apotheker: Haben Sie schon Medikamente ausprobiert?

Klant: Nee, nog niet. Ik wil graag iets dat snel werkt.

Kunde: Nein, noch nicht. Ich möchte etwas, das schnell wirkt.

Apotheker: Dan raad ik deze spray aan; het helpt heel goed en is makkelijk te gebruiken.

Apotheker: Dann empfehle ich dieses Spray; es hilft sehr gut und ist einfach zu benutzen.

Beispiel 2

Klant: Hallo, ik heb buikpijn en ik wil graag iets kopen.

Kunde: Hallo, ich habe Bauchschmerzen und möchte gerne etwas kaufen.

Apotheker: Hoe erg is de pijn?

Apotheker: Wie stark sind die Schmerzen?

Klant: De pijn is erg, vooral na het eten.

Kunde: Die Schmerzen sind stark, besonders nach dem Essen.

Apotheker: Ik geef u deze tabletten. Gebruik ze zoals op de bijsluiter staat en kom anders terug.

Apotheker: Ich gebe Ihnen diese Tabletten. Nehmen Sie sie wie im Beipackzettel angegeben ein und kommen Sie ansonsten wieder.

Telefoneren met de dokter over klachten

Beispiel 1

Patiënt: Hallo dokter, ik voel me niet goed. Ik heb erg veel pijn in mijn rug.

Patient: Hallo Doktor, ich fühle mich nicht gut. Ich habe starke Rückenschmerzen.

Dokter: Dat klinkt vervelend. Heb je dit al eerder gehad?

Arzt: Das klingt unangenehm. Hattest du das schon einmal?

Patiënt: Nee, het is anders dan normaal en het blijft maar aanhouden.

Patient: Nein, es ist anders als sonst und es hört einfach nicht auf.

Dokter: Maak zo snel mogelijk een afspraak, dan kijk ik graag wat er aan de hand is.

Arzt: Vereinbaren Sie so schnell wie möglich einen Termin, dann schaue ich mir gerne an, was los ist.

Beispiel 2

Patiënt: Goedemiddag, ik wil graag een afspraak maken. Ik heb zo'n hoofdpijn dat ik niet kan werken.

Patient: Guten Tag, ich möchte gerne einen Termin vereinbaren. Ich habe solche Kopfschmerzen, dass ich nicht arbeiten kann.

Dokter: Heeft u nog andere klachten?

Arzt: Haben Sie noch andere Beschwerden?

Patiënt: Ja, ik voel me ook heel moe en ik kan bijna niet slapen.

Patient: Ja, ich fühle mich auch sehr müde und ich kann fast nicht schlafen.

Dokter: Ik zorg dat u vandaag nog langs kunt komen. Tot straks.

Arzt: Ich sorge dafür, dass Sie heute noch vorbeikommen können. Bis gleich.

Übung 3: Übersetzen und in einem Satz verwenden

Anleitung: Wählen Sie ein Wort, übersetzen Sie es und verwenden Sie das Wort in einem Satz oder Dialog.

De griep

Die Grippe

Schrijven

Schreiben

Beterschap!

Gute Besserung!

Ziek

Krank

Het medicijn

Das Medikament

Übung 4: Sätze neu ordnen

Anleitung: Mache korrekte Sätze und übersetze.

Antworten zeigen

me vandaag | goed. | niet zo | Ik voel

het | al | ingenomen? | u | medicijn | Heeft

helpen met | deze klacht? | Kunt u | mij anders

wat rust | en drink | veel water. | Neem alsjeblieft

nog naar | de dokter? | Beterschap! Ga | je straks

Übung 5: Ein Wort zuordnen

Anleitung: Übereinstimmen Sie die Übersetzungen

Übung 6: Clustern Sie die Wörter

Anleitung: Ziehen Sie die Wörter in die richtige Kategorie: Wörter, die mit Krankheit und Beschwerden zu tun haben, und Wörter, die mit Pflege und Genesung zu tun haben.

Ziekte en klachten

Verzorging en herstel

Übung 7: Bijwoorden Anders, graag, zo, heel,...

Anleitung: Füllen Sie das richtige Wort ein.

Grammatik: Adverbien Anders, graag, zo, heel,...

Übersetzung anzeigen Antworten zeigen

heel, nergens, niet, anders, zo, nooit, graag

We moeten het probleem ... oplossen.

Ze is ... zo ziek geweest als nu.

Hij weet ... of hij morgen naar school kan.

Ik kan mijn medicatie ... vinden.

De patiënt voelt zich ... moe na de behandeling.

Ik wil ... een afspraak met de dokter maken.

De medicatie werkt ... goed dat hij snel beter werd.

Grammatik Teilen Kopiert!

Es ist nicht das Aufregendste, das geben wir zu, aber es ist absolut notwendig (und wir versprechen, es wird sich lohnen)!

A1.30.2 Grammatica

Bijwoorden Anders, graag, zo, heel,...

Adverbien Anders, graag, zo, heel,...

Verbkonjugationstabellen für diese Lektion

Schülerarbeitsblatt

Teilen Kopiert!

Helpen helfen Teilen Kopiert!

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Niederländisch	Deutsch
(ik) help	ich helfe
(jij) helpt/help	du hilfst
(hij/zij/het) helpt	er/sie/es hilft
(wij) helpen	wir helfen
(jullie) helpen	ihr helft
(zij) helpen	sie helfen

Übungen und Beispielsätze

Schrijven schreiben Teilen Kopiert!

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Niederländisch	Deutsch
(ik) schrijf	ich schreibe
(jij) schrijft/schrijf	du schreibst/schreibe
(hij/zij/het) schrijft	er/sie/es schreibt
(wij) schrijven	wir schreiben
(jullie) schrijven	ihr schreibt
(zij) schrijven	sie schreiben

Übungen und Beispielsätze

Sie sehen keinen Fortschritt beim selbstständigen Lernen? Lernen Sie dieses Material mit einem zertifizierten Lehrer!

Möchten Sie heute Niederländisch üben? Das ist möglich! Kontaktieren Sie einfach noch heute einen unserer Lehrer.

Jetzt anmelden!

Krankheit und Schmerz