Zullen (sollen) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Präsens, indikativ)

 Zullen (sollen) - Verbkonjugation und Übungen

Zullen - Konjugation von Sollen auf Niederländisch: Konjugationstabelle, Beispiele und Übungen im Präsens, Indikativ. (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Präsens, indikativ)

Alle Konjugationen und Zeiten: Zullen (sollen) - Verbkonjugation und Übungen

Lehrplan: Niederländischunterricht - Vrijdagavond uit (Freitagabend)

Konjugation von sollen im Präsens

Niederländisch Deutsch
ik zal ich soll
jij zult/zal du wirst/sollst
hij/zij/het zult/zal er/sie/es soll
wij zullen wir sollen
jullie zullen ihr sollt
zij zullen sie sollen

Beispielsätze

Niederländisch Deutsch
Ik zal naar het theater gaan. Ich werde ins Theater gehen.
Zal jij naar de bioscoop gaan? Wirst du ins Kino gehen?
Hij zal naar het concert kijken. Er wird das Konzert anschauen.
Wij zullen naar de discotheek gaan. Wir werden in die Diskothek gehen.
Zullen jullie de show zien? Werden Sie die Show sehen?
Zij zullen de actrice ontmoeten. Sie werden die Schauspielerin treffen.

Übung: Verbkonjugation

Anleitung: Wählen Sie die richtige Form.

Übersetzung anzeigen Antworten zeigen

zullen, zal

1.
... jullie de show zien?
(Werden Sie die Show sehen?)
2.
Wij ... naar de discotheek gaan.
(Wir werden in die Diskothek gehen.)
3.
Zij ... de actrice ontmoeten.
(Sie werden die Schauspielerin treffen.)
4.
... jij naar de bioscoop gaan?
(Wirst du ins Kino gehen?)
5.
Ik ... naar het theater gaan.
(Ich werde ins Theater gehen.)
6.
Hij ... naar het concert kijken.
(Er wird das Konzert anschauen.)