Worden (werden) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Präsens, indikativ)

 Worden (werden) - Verbkonjugation und Übungen

Worden - Konjugation von werden auf Niederländisch: Konjugationstabelle, Beispiele und Übungen im Präsens kontinuierlich, Indikativ. (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Präsens, indikativ)

Alle Konjugationen und Zeiten: Worden (werden) - Verbkonjugation und Übungen

Lehrplan: Niederländischunterricht - Je leeftijd zeggen (Sagen Sie Ihr Alter)

Konjugation von 'werden' im Präsens

Niederländisch Deutsch
ik word ich werde
jij wordt du wirst
hij/zij/het wordt er/sie/es wird
wij worden wir werden
jullie worden ihr werdet
zij worden sie werden

Beispielsätze

Niederländisch Deutsch
Ik word vijf jaar oud. Ich werde fünf Jahre alt.
Hoe oud wordt jouw zus? Wie alt wird deine Schwester?
Hij wordt acht op het feest. Er wird acht bei der Feier.
Wij worden dertig jaar deze maand. Wir werden diesen Monat dreißig Jahre alt.
Jullie worden jonger met elk jaar. Ihr werdet jünger mit jedem Jahr.
Zij worden een jaar ouder vandaag. Sie werden ein Jahr älter heute.

Übung: Verbkonjugation

Anleitung: Wählen Sie die richtige Form.

Übersetzung anzeigen Antworten zeigen

word, wordt, worden

1.
Hoe oud ... jouw zus?
(Wie alt wird deine Schwester?)
2.
Ik ... vijf jaar oud.
(Ich werde fünf Jahre alt.)
3.
Wij ... dertig jaar deze maand.
(Wir werden diesen Monat dreißig Jahre alt.)
4.
Jullie ... jonger met elk jaar.
(Ihr werdet jünger mit jedem Jahr.)
5.
Zij ... een jaar ouder vandaag.
(Sie werden ein Jahr älter heute.)
6.
Hij ... acht op het feest.
(Er wird acht bei der Feier.)