Zijn (sein) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Präsens, indikativ)

 Zijn (sein) - Verbkonjugation und Übungen

Zijn - Konjugation von Sein auf Niederländisch: Konjugationstabelle, Beispiele und Übungen im Präsens im Indikativ (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Präsens, indikativ)

Alle Konjugationen und Zeiten: Zijn (sein) - Verbkonjugation und Übungen

Lehrplan: Niederländischunterricht - Groeten en afscheid (Grüße und Abschiede)

Konjugation von sein im Präsens

Niederländisch Deutsch
ik ben ich bin
jij bent du bist
hij/zij/het is er/sie/es ist
wij zijn wir sind
jullie zijn ihr seid
zij zijn sie sind

Beispielsätze

Niederländisch Deutsch
Ik ben blij hier te zijn. Ich bin froh, hier zu sein.
Jij bent een goede vriend. Du bist ein guter Freund.
Hij is vandaag in de stad. Er ist heute in der Stadt.
Wij zijn klaar voor de les. Wir sind bereit für den Unterricht.
Jullie zijn echt gezellig. Ihr seid wirklich gemütlich.
Zij zijn altijd behulpzaam. Sie sind immer hilfsbereit.

Übung: Verbkonjugation

Anleitung: Wählen Sie die richtige Form.

Übersetzung anzeigen Antworten zeigen

is, bent, zijn, ben

1.
Ik ... blij hier te zijn.
(Ich bin froh, hier zu sein.)
2.
Hij ... vandaag in de stad.
(Er ist heute in der Stadt.)
3.
Jullie ... echt gezellig.
(Ihr seid wirklich gemütlich.)
4.
Jij ... een goede vriend.
(Du bist ein guter Freund.)
5.
Zij ... altijd behulpzaam.
(Sie sind immer hilfsbereit.)
6.
Wij ... klaar voor de les.
(Wir sind bereit für den Unterricht.)