Vinden (finden) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Präsens, indikativ)

 Vinden (finden) - Verbkonjugation und Übungen

Vinden - Konjugation von "finden" auf Niederländisch: Konjugationstabelle, Beispiele und Übungen im Präsens, Indikativ. (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Präsens, indikativ)

Alle Konjugationen und Zeiten: Vinden (finden) - Verbkonjugation und Übungen

Lehrplan: Niederländischunterricht - Kleuren (Farben)

Konjugation von 'finden' im Präsens

Niederländisch Deutsch
ik vind ich finde
jij vindt du findest
hij/zij/het vindt er/sie/es findet
wij vinden wir finden
jullie vinden ihr findet
zij vinden sie finden

Beispielsätze

Niederländisch Deutsch
Ik vind de kleur rood mooi. Ich finde die Farbe Rot schön.
Vind jij gele bloemen leuk? Magst du gelbe Blumen?
Zij vindt blauwe schoenen leuk. Sie mag blaue Schuhe.
Wij vinden groene appels lekker. Wir finden grüne Äpfel lecker.
Vinden jullie de grijze trui mooi? Findet ihr den grauen Pullover schön?
Zij vinden paarse jurken prachtig. Sie finden violette Kleider wunderschön.

Übung: Verbkonjugation

Anleitung: Wählen Sie die richtige Form.

Übersetzung anzeigen Antworten zeigen

vinden, vind, vindt

1.
Zij ... blauwe schoenen leuk.
(Sie mag blaue Schuhe.)
2.
Zij ... paarse jurken prachtig.
(Sie finden violette Kleider wunderschön.)
3.
Wij ... groene appels lekker.
(Wir finden grüne Äpfel lecker.)
4.
Ik ... de kleur rood mooi.
(Ich finde die Farbe Rot schön.)
5.
... jullie de grijze trui mooi?
(Findet ihr den grauen Pullover schön?)