Pakken (das paket) - Verbkonjugation und Übungen

Konjugation des pakken (das paket) für alle Zeitformen mit Beispielsätzen und Übungen.

 Pakken (das paket) - Verbkonjugation und Übungen

Lernmaterialien, die dieses Verb implementieren:

Niveau: A2

Modul 2: Maatschappij en overheid (Gesellschaft und Regierung)

Lektion 9: Papierwerk en bureaucratie (Papierkram und Bürokratie)

Infinitief Voltooid deelwoord
Pakken (das Paket) Gepakt (Gepackt)

Zeitformen

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) pak Ich packe das Paket
(jij) pakt / pak du nimmst / nimm
(hij/zij/het) pakt er/sie/es nimmt das Paket
(wij) pakken wir packen das Paket
(jullie) pakken ihr packt das Paket
(zij) pakken sie packen das Paket

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) pakte ich packte das Paket
(jij) pakte/pakte du hast das Paket genommen
(hij/zij/het) pakte er nahm das Paket
(wij) pakten wir packten das Paket
(jullie) pakten Ihr packtet das Paket
(zij) pakten sie packten das Paket

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) heb gepakt ich habe das Paket gepackt
(jij) hebt gepakt / hebt gepakt du hast das Paket gepackt
(hij/zij/het) heeft gepakt er/sie/es hat das Paket gepackt
(wij) hebben gepakt wir haben das Paket gepackt
(jullie) hebben gepakt Ihr habt das Paket gepackt
(zij) hebben gepakt Sie haben das Paket gepackt

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) heb gepakt Ich habe das Paket genommen
(jij) hebt gepakt / hebt gepakt du hast das Paket genommen
(hij/zij/het) heeft gepakt er/sie/es hat das Paket genommen
(wij) hebben gepakt wir haben das Paket gepackt
(jullie) hebben gepakt Ihr habt das Paket gepackt
(zij) hebben gepakt sie haben das Paket gepackt

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Niederländisch Deutsch
(ik) zal pakken ich werde das Paket nehmen
(jij) zal pakken / zul pakken du wirst das Paket nehmen
(hij/zij/het) zal pakken er wird das Paket nehmen
(wij) zullen pakken wir werden das Paket packen
(jullie) zullen pakken ihr werdet das Paket nehmen
(zij) zullen pakken sie werden das Paket packen

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Niederländisch Deutsch
(ik) zal hebben gepakt ich werde das Paket gepackt haben
(jij) zal/zult hebben gepakt du wirst das Paket gepackt haben
(hij/zij/het) zal hebben gepakt er/sie/es wird das Paket genommen haben
(wij) zullen hebben gepakt wir werden das Paket gepackt haben
(jullie) zullen hebben gepakt ihr werdet das Paket gepackt haben
(zij) zullen hebben gepakt sie werden das Paket gepackt haben
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) zou pakken ich würde das Paket nehmen
(jij) zou pakken du würdest das Paket nehmen
(hij/zij/het) zou pakken er/sie/es würde das Paket nehmen
(wij) zouden pakken wir würden das Paket nehmen
(jullie) zouden pakken ihr würdet das Paket nehmen
(zij) zouden pakken sie würden das Paket nehmen

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Niederländisch Deutsch
ik zou gepakt hebben ich hätte das Paket gepackt
jij zou gepakt hebben / zou je gepakt hebben du hättest das Paket genommen / hättest du das Paket genommen
(hij/zij/het) hij zou gepakt hebben / zij zou gepakt hebben / het zou gepakt hebben er würde das Paket genommen haben / sie würde das Paket genommen haben / es würde das Paket genommen haben
wij zouden gepakt hebben wir hätten das Paket gepackt
jullie zouden gepakt hebben Ihr hättet das Paket gepackt
zij zouden gepakt hebben sie hätten das Paket gepackt
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Niederländisch Deutsch
Pak! Du nimmst das Paket