Betalen (bezahlen) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Präsens, indikativ) Teilen Kopiert!

Betalen - Konjugation von Bezahlen auf Niederländisch: Konjugationstabelle, Beispiele und Übungen im Präsens, Indikativ. (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Präsens, indikativ)
Alle Konjugationen und Zeiten: Betalen (bezahlen) - Verbkonjugation und Übungen
Lehrplan: Niederländischunterricht - Prijzen en geld (Preise und Geld)
Konjugation von bezahlen im Präsens
Niederländisch | Deutsch |
---|---|
ik betaal | ich bezahle |
jij betaalt | du bezahlst |
hij/zij/het betaalt | er/sie/es bezahlt |
wij betalen | wir bezahlen |
jullie betalen | ihr bezahlt |
zij betalen | sie bezahlen |
Beispielsätze
Niederländisch | Deutsch |
---|---|
Ik betaal met mijn nieuwe kaart. | Ich bezahle mit meiner neuen Karte. |
Betaalt jij altijd contant geld? | Zahlst du immer bar? |
Hij betaalt de rekening in de winkel. | Er bezahlt die Rechnung im Geschäft. |
Wij betalen de prijs voor het avondeten. | Wir zahlen das Abendessen. |
Betalen jullie met korting vandaag? | Zahlt ihr heute mit Rabatt? |
Zij betalen de dure kosten morgen. | Sie zahlen morgen die hohen Kosten. |
Übung: Verbkonjugation
Anleitung: Wählen Sie die richtige Form.
betaal, betaalt, betalen
1.
... jij altijd contant geld?
(Zahlst du immer bar?)
2.
Zij ... de dure kosten morgen.
(Sie zahlen morgen die hohen Kosten.)
3.
Hij ... de rekening in de winkel.
(Er bezahlt die Rechnung im Geschäft.)
4.
Wij ... de prijs voor het avondeten.
(Wir zahlen das Abendessen.)
5.
Ik ... met mijn nieuwe kaart.
(Ich bezahle mit meiner neuen Karte.)
6.
... jullie met korting vandaag?
(Zahlt ihr heute mit Rabatt?)