Aanvragen (beantragen) - Verbkonjugation und Übungen

Konjugation des aanvragen (beantragen) für alle Zeitformen mit Beispielsätzen und Übungen.

 Aanvragen (beantragen) - Verbkonjugation und Übungen

Lernmaterialien, die dieses Verb implementieren:

Niveau: A2

Modul 2: Maatschappij en overheid (Gesellschaft und Regierung)

Lektion 9: Papierwerk en bureaucratie (Papierkram und Bürokratie)

Infinitief Voltooid deelwoord
Aanvragen (Beantragen) Aangevraagd (beantragt)

Zeitformen

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) vraag aan ich beantrage
(jij) vraagt aan / vraag aan du beantragst
(hij/zij/het) vraagt aan er/sie/es beantragt
(wij) vragen aan wir beantragen
(jullie) vragen aan ihr beantragt
(zij) vragen aan sie beantragen

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) vroeg aan Ich beantragte
(jij) vroeg aan/vroeg aan du beantragtest
(hij/zij/het) vroeg aan er/sie/es beantragte
(wij) vroegen aan wir beantragten
(jullie) vroegen aan ihr beantragt
(zij) vroegen aan sie beantragten

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) heb aangevraagd Ich habe beantragt
(jij) hebt aangevraagd / hebt aangevraagd du hast beantragt
(hij/zij/het) heeft aangevraagd er/sie/es hat beantragt
(wij) hebben aangevraagd wir haben beantragt
(jullie) hebben aangevraagd ihr habt beantragt
(zij) hebben aangevraagd sie haben beantragt

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) heb aangevraagd ich habe beantragt
(jij) hebt aangevraagd / hebt aangevraagd du hast beantragt
(hij/zij/het) heeft aangevraagd er hat beantragt
(wij) hebben aangevraagd wir haben beantragt
(jullie) hebben aangevraagd Ihr habt beantragt
(zij) hebben aangevraagd sie haben beantragt

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Niederländisch Deutsch
(ik) zal aanvragen ich werde beantragen
(jij) zal/zult aanvragen du wirst beantragen
(hij/zij/het) zal aanvragen er/sie/es wird beantragen
(wij) zullen aanvragen wir werden beantragen
(jullie) zullen aanvragen Ihr werdet beantragen
(zij) zullen aanvragen sie werden beantragen

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Niederländisch Deutsch
(ik) zal hebben aangevraagd ich werde beantragt haben
(jij) zal/zult hebben aangevraagd du wirst beantragt haben
(hij/zij/het) zal hebben aangevraagd er wird beantragt haben
(wij) zullen hebben aangevraagd wir werden beantragt haben
(jullie) zullen hebben aangevraagd ihr werdet beantragt haben
(zij) zullen hebben aangevraagd sie werden beantragt haben
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Niederländisch Deutsch
ik zou aanvragen ich würde beantragen
jij zou aanvragen / zou jij aanvragen? du würdest beantragen
(hij/zij/het) hij zou aanvragen / zij zou aanvragen / het zou aanvragen er würde beantragen / sie würde beantragen / es würde beantragen
wij zouden aanvragen wir würden beantragen
jullie zouden aanvragen ihr würdet beantragen
zij zouden aanvragen sie würden beantragen

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Niederländisch Deutsch
ik zou aangevraagd hebben ich hätte beantragt
jij zou aangevraagd hebben du hättest beantragt
hij/zij/het zou aangevraagd hebben er hätte beantragt / sie hätte beantragt / es hätte beantragt
wij zouden aangevraagd hebben Wir hätten beantragt
jullie zouden aangevraagd hebben ihr hättet beantragt
zij zouden aangevraagd hebben sie hätten beantragt
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Niederländisch Deutsch
Vraag aan! Du beantragst