Aanvragen (beantragen) - Verbkonjugation und Übungen
Teilen
Kopiert!
Konjugation des aanvragen (beantragen) für alle Zeitformen mit Beispielsätzen und Übungen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Aanvragen (Beantragen) |
Aangevraagd (beantragt) |
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Teilen
Kopiert!
Niederländisch |
Deutsch |
(ik) vraag aan |
ich beantrage |
(jij) vraagt aan / vraag aan |
du beantragst |
(hij/zij/het) vraagt aan |
er/sie/es beantragt |
(wij) vragen aan |
wir beantragen |
(jullie) vragen aan |
ihr beantragt |
(zij) vragen aan |
sie beantragen |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Teilen
Kopiert!
Niederländisch |
Deutsch |
(ik) vroeg aan |
Ich beantragte |
(jij) vroeg aan/vroeg aan |
du beantragtest |
(hij/zij/het) vroeg aan |
er/sie/es beantragte |
(wij) vroegen aan |
wir beantragten |
(jullie) vroegen aan |
ihr beantragt |
(zij) vroegen aan |
sie beantragten |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Teilen
Kopiert!
Niederländisch |
Deutsch |
(ik) heb aangevraagd |
Ich habe beantragt |
(jij) hebt aangevraagd / hebt aangevraagd |
du hast beantragt |
(hij/zij/het) heeft aangevraagd |
er/sie/es hat beantragt |
(wij) hebben aangevraagd |
wir haben beantragt |
(jullie) hebben aangevraagd |
ihr habt beantragt |
(zij) hebben aangevraagd |
sie haben beantragt |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Teilen
Kopiert!
Niederländisch |
Deutsch |
(ik) heb aangevraagd |
ich habe beantragt |
(jij) hebt aangevraagd / hebt aangevraagd |
du hast beantragt |
(hij/zij/het) heeft aangevraagd |
er hat beantragt |
(wij) hebben aangevraagd |
wir haben beantragt |
(jullie) hebben aangevraagd |
Ihr habt beantragt |
(zij) hebben aangevraagd |
sie haben beantragt |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Teilen
Kopiert!
Niederländisch |
Deutsch |
(ik) zal aanvragen |
ich werde beantragen |
(jij) zal/zult aanvragen |
du wirst beantragen |
(hij/zij/het) zal aanvragen |
er/sie/es wird beantragen |
(wij) zullen aanvragen |
wir werden beantragen |
(jullie) zullen aanvragen |
Ihr werdet beantragen |
(zij) zullen aanvragen |
sie werden beantragen |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Teilen
Kopiert!
Niederländisch |
Deutsch |
(ik) zal hebben aangevraagd |
ich werde beantragt haben |
(jij) zal/zult hebben aangevraagd |
du wirst beantragt haben |
(hij/zij/het) zal hebben aangevraagd |
er wird beantragt haben |
(wij) zullen hebben aangevraagd |
wir werden beantragt haben |
(jullie) zullen hebben aangevraagd |
ihr werdet beantragt haben |
(zij) zullen hebben aangevraagd |
sie werden beantragt haben |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Teilen
Kopiert!
Niederländisch |
Deutsch |
ik zou aanvragen |
ich würde beantragen |
jij zou aanvragen / zou jij aanvragen? |
du würdest beantragen |
(hij/zij/het) hij zou aanvragen / zij zou aanvragen / het zou aanvragen |
er würde beantragen / sie würde beantragen / es würde beantragen |
wij zouden aanvragen |
wir würden beantragen |
jullie zouden aanvragen |
ihr würdet beantragen |
zij zouden aanvragen |
sie würden beantragen |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Teilen
Kopiert!
Niederländisch |
Deutsch |
ik zou aangevraagd hebben |
ich hätte beantragt |
jij zou aangevraagd hebben |
du hättest beantragt |
hij/zij/het zou aangevraagd hebben |
er hätte beantragt / sie hätte beantragt / es hätte beantragt |
wij zouden aangevraagd hebben |
Wir hätten beantragt |
jullie zouden aangevraagd hebben |
ihr hättet beantragt |
zij zouden aangevraagd hebben |
sie hätten beantragt |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Teilen
Kopiert!
Niederländisch |
Deutsch |
Vraag aan! |
Du beantragst |
|