Unterrichtsrichtlinien +/- 15 Minuten

Audio und Video

  1. Ein passiver Satz hat oft kein Subjekt.
  2. Ein Passivsatz enthält immer eine Form des Hilfsverbs worden oder sein sowie ein Partizip Perfekt.
  3. In einem Passivsatz wird die handelnde Person mit „door“ wiedergegeben, die meistens weggelassen werden kann.
Werkwoordstijd (Zeitform)Actief (Aktiv)Passief (Passiv)
onvoltooid tegenwoordige tijd (Präsens)Jan start het videogesprek. (Jan startet das Videogespräch.)Het videogesprek wordt gestart (door Jan). (Das Videogespräch wird gestartet (von Jan).)
onvoltooid verleden tijd (unvollendete Vergangenheitsform)Hij gebruikte zijn computer nauwelijks. (Sein Computer wurde kaum benutzt.)Zijn computer werd nauwelijks gebruikt (door hem). (Sein Computer wurde kaum benutzt (von ihm).)
voltooid tegenwoordige tijd (vollendete Gegenwart)Anna heeft het videogesprek afgebroken. (Anna hat das Videogespräch abgebrochen.)Het videogesprek is afgebroken (door Anna). (Das Videogespräch ist abgebrochen (von Anna).)
voltooid verleden tijd (vollendete Vergangenheit)Ik had het gesprek gestart. (Ich hatte das Gespräch begonnen.)Het gesprek was gestart (door mij). (Das Gespräch war gestartet (von mir).)

Übung 1: Passieve zinnen

Anleitung: Füllen Sie das richtige Wort ein.

Übersetzung anzeigen Antworten zeigen

is, werd, wordt, was

1.
De laptop ... vorige week niet goed verbonden.
(Der Laptop war letzte Woche nicht gut verbunden.)
2.
De uitrusting ... dagelijks schoongemaakt.
(Die Ausrüstung wird täglich gereinigt.)
3.
De verbinding ... regelmatig getest op snelheid.
(Die Verbindung wird regelmäßig auf Geschwindigkeit getestet.)
4.
De verbinding ... meteen hersteld na de storing.
(Die Verbindung wurde nach der Störung sofort wiederhergestellt.)
5.
Het platform ... al meerdere keren getest vandaag.
(Die Plattform wurde heute bereits mehrfach getestet.)
6.
De digitale uitrusting ... geleverd door een extern bedrijf.
(Die digitale Ausrüstung wird von einem externen Unternehmen geliefert.)
7.
De computer ... gisteren door de technicus gerepareerd.
(Der Computer wurde gestern vom Techniker repariert.)
8.
Het videogesprek ... elke ochtend automatisch gestart.
(Das Videogespräch wird jeden Morgen automatisch gestartet.)

Übung 2: Mehrfachauswahl

Anleitung: Wähle den korrekten Passivsatz. Achte darauf, ob der Satz die richtige Passivform mit dem Hilfsverb „werden“ oder „sein“ und einem Partizip Perfekt hat und ob der Satz grammatikalisch korrekt ist.

1.
Het hulpwerkwoord 'wordt' staat hier twee keer, wat fout is in passieve constructies.
Het hulpwerkwoord 'wordt' wordt hier dubbel gebruikt, wat niet correct is in een passieve zin.
2.
Dit is een actieve zin zonder passieve vorm en dus niet correct binnen deze oefening.
'Door' moet gevolgd worden door een handelende persoon; dat ontbreekt hier, waardoor de zin fout is.
3.
In deze context hoort voor onvoltooid tegenwoordige tijd het hulpwerkwoord 'worden' gebruikt te worden, niet 'is'.
Dit is een actieve zin en bevat geen passieve constructie.
4.
Het combineren van verschillende tijdsvormen binnen één passieve zin is incorrect.
De toevoeging van 'waren' is grammaticaal onjuist en maakt de zin fout.