Unterrichtsrichtlinien +/- 15 Minuten

Audio und Video

  1. Der Komparativ von goed, veel, weinig und graag ist stark unregelmäßig.
  2. Ein paar andere Wörter haben kleine Besonderheiten.
Positief (Positiv)Vergrotende trap (Steigerungsform)Overtreffende trap (Steigerungsform)
goed (gut)beter (besser)het best (am besten)
veel (viel)meer (mehr)het meest (am meisten)
weinig (wenig)minder (weniger)het minst (am wenigsten)
graag (gerne)liever (lieber)het liefst (am liebsten)
ver (Positiv)verder (weiter)het verst (am weitesten)
vaak (oft)vaker (öfter)het vaakst (am häufigsten)
dichtbij (in der Nähe)dichterbij (näher)het dichtstbij (am nächsten)
groot (groß)groter (größer)het grootst (am größten)

Ausnahmen!

  1. Bei manchen Steigerungsformen geht bei dem Diphthong ein Vokal verloren.

Übung 1: Onregelmatige vergelijkingen

Anleitung: Füllen Sie das richtige Wort ein.

Übersetzung anzeigen Antworten zeigen

beter, dichterbij, vaker, beste, goedkoper, minder, liefst, meer

1. Dichtbij:
Dit hostel is ... het centrum dan dat grote hotel.
(Diese Unterkunft ist näher am Zentrum als dieses große Hotel.)
2. Goed:
De reservering voor het volpension is ... dan die voor het halfpension.
(Die Reservierung für die Vollpension ist besser als die für die Halbpension.)
3. Weinig:
Bij het halfpension krijg je ... maaltijden dan bij volpension.
(Beim Halbpension erhält man weniger Mahlzeiten als bei Vollpension.)
4. Goedkoop:
Een eenpersoonskamer is vaak ... dan een tweepersoonskamer.
(Ein Einzelzimmer ist oft billiger als ein Doppelzimmer.)
5. Goed:
We zoeken de ... accommodatie voor onze vakantie.
(Wir suchen die beste Unterkunft für unseren Urlaub.)
6. Veel:
De camping heeft ... bezoekers dan vorig jaar.
(Der Campingplatz hat mehr Besucher als im letzten Jahr.)
7. Vaak:
Op vakantie fiets ik ... dan thuis.
(Im Urlaub fahre ich öfter Fahrrad als zu Hause.)
8. Graag:
Wij boeken het ... een tweepersoonskamer voor extra ruimte.
(Wir buchen am liebsten ein Doppelzimmer für zusätzlichen Platz.)

Übung 2: Mehrfachauswahl

Anleitung: Wählen Sie den richtigen Satz mit korrekten unregelmäßigen Steigerungen, passend zu einer Situation bei der Buchung einer Unterkunft.

1.
Fout: 'goedere' bestaat niet. De correcte vorm is 'betere'.
Fout: 'best' is de overtreffende trap en past hier niet. Vermoedelijk wordt de vergrotende trap bedoeld.
2.
Fout: 'grootste' wordt niet zonder lidwoord gebruikt; de correcte vorm is 'het grootst'.
Fout: 'groterst' bestaat niet. Correct is 'het grootst'.
3.
Fout: 'het liefst' is de overtreffende trap en past hier niet; de vergrotende trap 'liever' is correct.
Fout: 'graager' bestaat niet; de correcte onregelmatige vorm is 'liever'.
4.
Fout: 'dichtbijer' is onjuist; de juiste vergrotende trap is 'dichterbij'.
Fout: 'dichtstbij' bestaat niet. De overtreffende trap is 'het dichtstbij', maar hier hoort de vergrotende trap 'dichterbij'.