Vermenigvuldigen (multiplizieren) - Verbkonjugation und Übungen Teilen Kopiert!

Konjugation des vermenigvuldigen (multiplizieren) für alle Zeitformen mit Beispielsätzen und Übungen.

Lernmaterialien, die dieses Verb implementieren:

Niveau: A1

Modul 1: Jezelf voorstellen (Sich selbst vorstellen)

Lektion 4: Cijfers en tellen (Zahlen und Zählen)

Infinitief	Voltooid deelwoord
Vermenigvuldigen (Multiplizieren)	Vermenigvuldigd (multipliziert)

Zeitformen

Aantonende wijs

Niederländisch	Deutsch
(ik) vermenigvuldigde	ich multiplizierte
(jij) vermenigvuldigde	du multipliziertest
(hij/zij/het) vermenigvuldigde	er/sie/es multiplizierte
(wij) vermenigvuldigden	wir multiplizierten
(jullie) vermenigvuldigden	ihr multipliziertet
(zij) vermenigvuldigden	sie multiplizierten

Niederländisch	Deutsch
(ik) heb vermenigvuldigd	Ich habe multipliziert
(jij) hebt/vermenigvuldigd	du hast multipliziert
(hij/zij/het) heeft vermenigvuldigd	er/sie/es hat multipliziert
(wij) hebben vermenigvuldigd	wir haben multipliziert
(jullie) hebben vermenigvuldigd	ihr habt multipliziert
(zij) hebben vermenigvuldigd	sie haben multipliziert

Niederländisch	Deutsch
(ik) heb vermenigvuldigd	Ich habe multipliziert
(jij) hebt vermenigvuldigd	du hast multipliziert
(hij/zij/het) heeft vermenigvuldigd	er/sie/es hat multipliziert
(wij) hebben vermenigvuldigd	wir haben multipliziert
(jullie) hebben vermenigvuldigd	ihr habt multipliziert
(zij) hebben vermenigvuldigd	sie haben multipliziert

Niederländisch	Deutsch
(ik) zal vermenigvuldigd hebben	ich werde multipliziert haben
(jij) zult/zal vermenigvuldigd hebben	du wirst multipliziert haben
(hij/zij/het) zal vermenigvuldigd hebben	er/sie/es wird multipliziert haben
(wij) zullen vermenigvuldigd hebben	wir werden multipliziert haben
(jullie) zullen vermenigvuldigd hebben	ihr werdet multipliziert haben
(zij) zullen vermenigvuldigd hebben	sie werden multipliziert haben

Niederländisch	Deutsch
(ik) zal vermenigvuldigd hebben	ich werde multipliziert haben
(jij) zult vermenigvuldigd hebben / zal vermenigvuldigd hebben	du wirst multipliziert haben
(hij/zij/het) zal vermenigvuldigd hebben	er/sie/es wird multipliziert haben
(wij) zullen vermenigvuldigd hebben	wir werden multipliziert haben
(jullie) zullen vermenigvuldigd hebben	ihr werdet multipliziert haben
(zij) zullen vermenigvuldigd hebben	sie werden multipliziert haben

Conditionele wijs

Niederländisch	Deutsch
(ik) zou vermenigvuldigen	ich würde multiplizieren
(jij) zou vermenigvuldigen	du würdest multiplizieren
(hij/zij/het) zou vermenigvuldigen	er/sie/es würde multiplizieren
(wij) zouden vermenigvuldigen	wir würden multiplizieren
(jullie) zouden vermenigvuldigen	ihr würdet multiplizieren
(zij) zouden vermenigvuldigen	sie würden multiplizieren

Niederländisch	Deutsch
(ik) zou vermenigvuldigd hebben	ich hätte multipliziert
(jij) zou vermenigvuldigd hebben	du hättest multipliziert
(hij/zij/het) zou vermenigvuldigd hebben	er/sie/es hätte multipliziert
(wij) zouden vermenigvuldigd hebben	wir hätten multipliziert
(jullie) zouden vermenigvuldigd hebben	ihr hättet multipliziert
(zij) zouden vermenigvuldigd hebben	sie hätten multipliziert

Imperatief (gebiedende wijs)

Niederländisch	Deutsch
Vermenigvuldig!	Multipliziere!