Verhuren (vermieten) - Verbkonjugation und Übungen

Konjugation des verhuren (vermieten) für alle Zeitformen mit Beispielsätzen und Übungen.

 Verhuren (vermieten) - Verbkonjugation und Übungen

Lernmaterialien, die dieses Verb implementieren:

Niveau: A2

Modul 1: Reizen: op avontuur! (Reisen: ab ins Unbekannte!)

Lektion 5: Transport huren (Ein Transportmittel mieten)

Infinitief Voltooid deelwoord
Verhuren (Vermieten) Verhuurd (Vermietet)

Zeitformen

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) verhuur ich vermiete
(jij) verhuurt/verhuur du vermietest
(hij/zij/het) verhuurt er/sie/es vermietet
(wij) verhuren wir vermieten
(jullie) verhuren ihr vermietet
(zij) verhuren sie vermieten

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) verhuurde Ich vermietete
(jij) verhuurde/verhuurde du vermietetest
(hij/zij/het) verhuurde er/sie/es vermietete
(wij) verhuurden wir vermieteten
(jullie) verhuurden ihr vermietetet
(zij) verhuurden sie vermieteten

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) heb verhuurd ich habe vermietet
(jij) hebt verhuurd/hebt verhuurd du hast vermietet
(hij/zij/het) heeft verhuurd er/sie/es hat vermietet
(wij) hebben verhuurd wir haben vermietet
(jullie) hebben verhuurd ihr habt vermietet
(zij) hebben verhuurd sie haben vermietet

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) heb verhuurd ich habe vermietet
(jij) hebt verhuurd / hebt verhuurd du hast vermietet
(hij/zij/het) heeft verhuurd er/sie/es hat vermietet
(wij) hebben verhuurd wir haben vermietet
(jullie) hebben verhuurd ihr habt vermietet
(zij) hebben verhuurd sie haben vermietet

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Niederländisch Deutsch
ik zal verhuren ich werde vermieten
jij zult verhuren / zal je verhuren du wirst vermieten / wirst du vermieten
(hij/zij/het) hij zal verhuren er wird vermieten
wij zullen verhuren wir werden vermieten
jullie zullen verhuren Ihr werdet vermieten
zij zullen verhuren sie werden vermieten

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Niederländisch Deutsch
(ik) zal hebben verhuurd ich werde vermietet haben
(jij) zal hebben verhuurd / zul hebt verhuurd du wirst vermietet haben
(hij/zij/het) zal hebben verhuurd er wird vermietet haben
(wij) zullen hebben verhuurd wir werden vermietet haben
(jullie) zullen hebben verhuurd ihr werdet vermietet haben
(zij) zullen hebben verhuurd sie werden vermietet haben
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) zou verhuren ich würde vermieten
(jij) zou verhuren du würdest vermieten
(hij/zij/het) zou verhuren er/sie/es würde vermieten
(wij) zouden verhuren wir würden vermieten
(jullie) zouden verhuren ihr würdet vermieten
(zij) zouden verhuren sie würden vermieten

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Niederländisch Deutsch
ik zou verhuurd hebben ich hätte vermietet
jij zou verhuurd hebben du hättest vermietet
hij/zij/het zou verhuurd hebben Er/sie/es hätte vermietet
wij zouden verhuurd hebben wir hätten vermietet
jullie zouden verhuurd hebben ihr hättet vermietet
zij zouden verhuurd hebben sie hätten vermietet
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Niederländisch Deutsch
Verhuur! Vermiete!