Verbinden (verbinden) - Verbkonjugation und Übungen

Konjugation des verbinden (verbinden) für alle Zeitformen mit Beispielsätzen und Übungen.

 Verbinden (verbinden) - Verbkonjugation und Übungen

Lernmaterialien, die dieses Verb implementieren:

Niveau: A2

Modul 6: Op het werk (Bei der Arbeit)

Lektion 43: Thuiswerken of op kantoor? (Remote-Arbeit oder Büro?)

Infinitief Voltooid deelwoord
Verbinden (verbinden) Verbonden (verbunden)

Zeitformen

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Niederländisch Deutsch

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Niederländisch Deutsch

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Niederländisch Deutsch

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Niederländisch Deutsch

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Niederländisch Deutsch

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Niederländisch Deutsch
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Niederländisch Deutsch

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Niederländisch Deutsch
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Niederländisch Deutsch