Sturen (senden) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Präsens, indikativ) Teilen Kopiert!
Sturen - Konjugation von Senden auf Niederländisch: Konjugationstabelle, Beispiele und Übungen im Präsens, Indikativ. (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Präsens, indikativ)
Alle Konjugationen und Zeiten: Sturen (senden) - Verbkonjugation und Übungen
Lehrplan: Niederländischunterricht - Adres en contactgegevens (Adresse und Kontaktdaten)
Konjugation von senden im Präsens
| Niederländisch | Deutsch |
|---|---|
| ik stuur | ich sende |
| jij stuurt | du sendest |
| hij/zij/het stuurt | Er/sie/es sendet |
| wij sturen | wir senden |
| jullie sturen | ihr sendet |
| zij sturen | sie senden |
Beispielsätze
| Niederländisch | Deutsch |
|---|---|
| Ik stuur de e-mail aan de man. | Ich schicke die E-Mail an den Mann. |
| Jij stuurt de geboortedatum op. | Du schickst das Geburtsdatum. |
| Hij stuurt zijn huisnummer naar haar. | Er schickt ihr seine Hausnummer. |
| Wij sturen het telefoonnummer naar jullie. | Wir senden euch die Telefonnummer. |
| Jullie sturen het contact per post. | Ihr schickt den Kontakt per Post. |
| Zij sturen de postcode naar de vrouw. | Sie senden die Postleitzahl an die Frau. |
Übung: Verbkonjugation
Anleitung: Wählen Sie die richtige Form.
stuur, stuurt, sturen
1.
Jij ... de geboortedatum op.
(Du schickst das Geburtsdatum.)
2.
Ik ... de e-mail aan de man.
(Ich schicke die E-Mail an den Mann.)
3.
Wij ... het telefoonnummer naar jullie.
(Wir senden euch die Telefonnummer.)
4.
Hij ... zijn huisnummer naar haar.
(Er schickt ihr seine Hausnummer.)
5.
Jullie ... het contact per post.
(Ihr schickt den Kontakt per Post.)
6.
Zij ... de postcode naar de vrouw.
(Sie senden die Postleitzahl an die Frau.)