10K+ Studenten - 4.8/5
Lerne mit einem Lehrer Lernmaterialien inbegriffen Konversation üben

Sparen (sparen) - Verbkonjugation und Übungen

Konjugation des sparen (sparen) für alle Zeitformen mit Beispielsätzen und Übungen.

Sparen (sparen) - Verbkonjugation und Übungen

Lernmaterialien, die dieses Verb implementieren:

Niveau: A2

Modul 2: Maatschappij en overheid (Gesellschaft und Regierung)

Lektion 13: Bij de bank (Bei der Bank)

Infinitief Voltooid deelwoord
Sparen (sparen) Gespaard (gespart)

Zeitformen

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) spaar ich spare
(jij) spaart/spaar du sparst
(hij/zij/het) spaart er/sie/es spart
(wij) sparen wir sparen
(jullie) sparen ihr spart
(zij) sparen sie sparen

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) spaarde Ich sparte
(jij) spaarde du sparstest
(hij/zij/het) spaarde er/sie/es sparte
(wij) spaarden wir sparten
(jullie) spaarden ihr spartet
(zij) spaarden sie sparten

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Niederländisch Deutsch
ik heb gespaard ich habe gespart
jij hebt/je hebt gespaard du hast gespart
hij/zij/het heeft gespaard er/sie/es hat gespart
wij hebben gespaard wir haben gespart
jullie hebben gespaard ihr habt gespart
zij hebben gespaard sie haben gespart

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) had gespaard Ich habe gespart
(jij) had gespaard du hast gespart
(hij/zij/het) had gespaard er/sie/es hat gespart
(wij) hadden gespaard wir haben gespart
(jullie) hadden gespaard ihr habt gespart
(zij) hadden gespaard sie hatten gespart

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Niederländisch Deutsch
(ik) zal sparen ich werde sparen
(jij) zal sparen / zult sparen du wirst sparen
(hij/zij/het) zal sparen er/sie/es wird sparen
(wij) zullen sparen wir werden sparen
(jullie) zullen sparen Ihr werdet sparen
(zij) zullen sparen sie werden sparen

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Niederländisch Deutsch
(ik) zal gespaard hebben Ich werde gespart haben
(jij) zal gespaard hebben / zul gespaard hebben du wirst gespart haben
(hij/zij/het) zal gespaard hebben er/sie/es wird gespart haben
(wij) zullen gespaard hebben wir werden gespart haben
(jullie) zullen gespaard hebben ihr werdet gespart haben
(zij) zullen gespaard hebben sie werden gespart haben
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) zou sparen ich würde sparen
(jij) zou sparen du würdest sparen
(hij/zij/het) zou sparen er/sie/es würde sparen
(wij) zouden sparen wir würden sparen
(jullie) zouden sparen ihr würdet sparen
(zij) zouden sparen sie würden sparen

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Niederländisch Deutsch
ik zou gespaard hebben ich hätte gespart
jij zou gespaard hebben du hättest gespart
hij/zij/het zou gespaard hebben er/sie/es hätte gespart
wij zouden gespaard hebben wir hätten gespart
jullie zouden gespaard hebben Ihr hättet gespart
zij zouden gespaard hebben sie hätten gespart
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Niederländisch Deutsch
Spaar! Spar