10K+ Studenten - 4.8/5

Lerne mit einem Lehrer Lernmaterialien inbegriffen Konversation üben

Nemen (nehmen) - Verbkonjugation und Übungen

Konjugation des nemen (nehmen) für alle Zeitformen mit Beispielsätzen und Übungen.

Nemen (nehmen) - Verbkonjugation und Übungen

Lernmaterialien, die dieses Verb implementieren:

Niveau: A1

Modul 6: De stad en het dorp (Die Stadt und das Dorf)

Lektion 39: Eten bestellen en uit eten gaan (Essen bestellen und auswärts essen)

Infinitief Voltooid deelwoord
Nemen (Nehmen) Genomen (Übersetzung wird geladen …)

Zeitformen

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Niederländisch Deutsch
ik neem ich nehme
jij neemt du nimmst
hij/zij/het neemt er/sie/es nimmt
wij nemen wir nehmen
jullie nemen ihr nehmt
zij nemen sie nehmen

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Niederländisch Deutsch
ik nam ich nahm
jij nam du nahmst
hij/zij/het nam er/sie/es nahm
wij namen wir nahmen
jullie namen ihr nahmt
zij namen sie nahmen

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Niederländisch Deutsch
ik heb genomen ich habe genommen
jij hebt genomen du hast genommen
hij/zij/het heeft genomen Er/sie/es hat genommen
wij hebben genomen wir haben genommen
jullie hebben genomen ihr habt genommen
zij hebben genomen sie haben genommen

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Niederländisch Deutsch
ik heb genomen ich habe genommen
jij hebt genomen du hast genommen
hij/zij/het heeft genomen Er/sie/es hat genommen
wij hebben genomen wir haben genommen
jullie hebben genomen Ihr habt genommen
zij hebben genomen Sie haben genommen

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Niederländisch Deutsch
ik zal genomen hebben Ich werde genommen haben
jij zult/zal genomen hebben du wirst genommen haben
hij/zij/het zal genomen hebben er/sie/es wird genommen haben
wij zullen genomen hebben wir werden genommen haben
jullie zullen genomen hebben ihr werdet genommen haben
zij zullen genomen hebben Sie werden genommen haben

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Niederländisch Deutsch
ik zal genomen hebben ich werde genommen haben
jij zult/zal genomen hebben du wirst genommen haben
hij/zij/het zal genomen hebben Er/sie/es wird genommen haben
wij zullen genomen hebben wir werden genommen haben
jullie zullen genomen hebben ihr werdet genommen haben
zij zullen genomen hebben Sie werden genommen haben
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Niederländisch Deutsch
ik zou nemen ich würde nehmen
jij zou nemen du würdest nehmen
hij/zij/het zou nemen Er/sie/es würde nehmen
wij zouden nemen wir würden nehmen
jullie zouden nemen ihr würdet nehmen
zij zouden nemen sie würden nehmen

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Niederländisch Deutsch
ik zou genomen hebben ich hätte genommen
jij zou genomen hebben du hättest genommen
hij/zij/het zou genomen hebben Er/sie/es hätte genommen
wij zouden genomen hebben wir hätten genommen
jullie zouden genomen hebben ihr hättet genommen
zij zouden genomen hebben Sie hätten genommen
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Niederländisch Deutsch
Neem! Nimm