Kopen (kaufen) - Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Präteritum, indikativ) Teilen Kopiert!

Kopen - Konjugation von Kaufen auf Niederländisch: Konjugationstabelle, Beispiele und Übungen im Plusquamperfekt, Indikativ. (Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs).
Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Präteritum, indikativ)
Alle Konjugationen und Zeiten: Kopen (kaufen) - Verbkonjugation und Übungen
Lehrplan: Niederländischunterricht - Prijzen en geld (Preise und Geld)
Konjugation von kaufen im Präteritum
Niederländisch | Deutsch |
---|---|
(ik) kocht | Ich kaufte |
(jij) kocht | du kauftest |
(hij/zij/het) kocht | er/sie/es kaufte |
(wij) kochten | wir kauften |
(jullie) kochten | ihr kauftet |
(zij) kochten | sie kauften |
Beispielsätze
Niederländisch | Deutsch |
---|---|
Ik kocht brood gisteren bij de bakkerij. | Ich kaufte gestern Brot bei der Bäckerei. |
Jij kocht een cadeau in de cadeauwinkel. | Du hast ein Geschenk im Geschenkeladen gekauft. |
Hij kocht schoenen in de kledingzaak. | Er kaufte Schuhe im Bekleidungsgeschäft. |
Wij kochten fruit in de fruitwinkel samen. | Wir kauften zusammen Obst im Obstgeschäft. |
Jullie kochten kleding in het winkelcentrum. | Ihr kauftet Kleidung im Einkaufszentrum. |
Zij kochten vlees bij de slager laatst. | Sie kauften Fleisch beim Metzger zuletzt. |
Übung: Verbkonjugation
Anleitung: Wählen Sie die richtige Form.
kocht, kochten
1.
Zij ... vlees bij de slager laatst.
(Sie kauften Fleisch beim Metzger zuletzt.)
2.
Wij ... fruit in de fruitwinkel samen.
(Wir kauften zusammen Obst im Obstgeschäft.)
3.
Jullie ... kleding in het winkelcentrum.
(Ihr kauftet Kleidung im Einkaufszentrum.)
4.
Jij ... een cadeau in de cadeauwinkel.
(Du hast ein Geschenk im Geschenkeladen gekauft.)
5.
Hij ... schoenen in de kledingzaak.
(Er kaufte Schuhe im Bekleidungsgeschäft.)
6.
Ik ... brood gisteren bij de bakkerij.
(Ich kaufte gestern Brot bei der Bäckerei.)