10K+ Studenten - 4.8/5

Lerne mit einem Lehrer Lernmaterialien inbegriffen Konversation üben

Kopen (kaufen) - Verbkonjugation und Übungen

Konjugation des kopen (kaufen) für alle Zeitformen mit Beispielsätzen und Übungen.

Kopen (kaufen) - Verbkonjugation und Übungen

Lernmaterialien, die dieses Verb implementieren:

Niveau: A1

Modul 3: Dag tot dag (Tag für Tag)

Lektion 19: Prijzen en geld (Preise und Geld)

Infinitief Voltooid deelwoord
Kopen (Kaufen) Gekocht (Übersetzung wird geladen …)

Zeitformen

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Niederländisch Deutsch
ik koop ich kaufe
jij koopt du kaufst
hij/zij/het koopt er/sie/es kauft
wij kopen wir kaufen
jullie kopen ihr kauft
zij kopen sie kaufen

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Niederländisch Deutsch
ik kocht ich kaufte
jij kocht du kauftest
hij/zij/het kocht Er/sie/es kaufte
wij kochten wir kauften
jullie kochten ihr kauftet
zij kochten sie kauften

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Niederländisch Deutsch
ik heb gekocht ich habe gekauft
jij hebt/heb gekocht du hast gekauft
hij/zij/het heeft gekocht Er/sie/es hat gekauft
wij hebben gekocht Wir haben gekauft
jullie hebben gekocht Ihr habt gekauft
zij hebben gekocht Sie haben gekauft

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Niederländisch Deutsch
ik heb gekocht ich habe gekauft
jij hebt/heb gekocht du hast gekauft
hij/zij/het heeft gekocht Er/sie/es hat gekauft
wij hebben gekocht Wir haben gekauft
jullie hebben gekocht Ihr habt gekauft
zij hebben gekocht Sie haben gekauft

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Niederländisch Deutsch
ik zal kopen ich werde kaufen
jij zult/zal kopen du wirst kaufen
hij/zij/het zal kopen Er/sie/es wird kaufen
wij zullen kopen Wir werden kaufen
jullie zullen kopen Ihr werdet kaufen
zij zullen kopen Sie werden kaufen

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Niederländisch Deutsch
ik zal gekocht hebben Ich werde gekauft haben
jij zult/zal gekocht hebben du wirst gekauft haben
hij/zij/het zal gekocht hebben Er/sie/es wird gekauft haben
wij zullen gekocht hebben Wir werden gekauft haben
jullie zullen gekocht hebben Ihr werdet gekauft haben
zij zullen gekocht hebben Sie werden gekauft haben
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Niederländisch Deutsch
ik zou kopen ich würde kaufen
jij zou kopen du würdest kaufen
hij/zij/het zou kopen er/sie/es würde kaufen
wij zouden kopen wir würden kaufen
jullie zouden kopen ihr würdet kaufen
zij zouden kopen Sie würden kaufen

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Niederländisch Deutsch
ik zou gekocht hebben Ich hätte gekauft
jij zou gekocht hebben du hättest gekauft
hij/zij/het zou gekocht hebben Er/sie/es hätte gekauft
wij zouden gekocht hebben wir hätten gekauft
jullie zouden gekocht hebben ihr hättet gekauft
zij zouden gekocht hebben sie hätten gekauft
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Niederländisch Deutsch
Koop! Kauf!