10K+ Studenten - 4.8/5

Lerne mit einem Lehrer Lernmaterialien inbegriffen Konversation üben

Komen (kommen) - Verbkonjugation und Übungen

Konjugation des komen (kommen) für alle Zeitformen mit Beispielsätzen und Übungen.

 Komen (kommen) - Verbkonjugation und Übungen

Lernmaterialien, die dieses Verb implementieren:

Niveau: A1

Modul 1: Jezelf voorstellen (Sich selbst vorstellen)

Lektion 3: Waar kom je vandaan? (Woher kommst du?)

Infinitief Voltooid deelwoord
Komen (Kommen) Gekomen (Übersetzung wird geladen …)

Zeitformen

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Niederländisch Deutsch
ik kom Ich komme
jij komt/kom je du kommst
hij/zij/het komt er/sie/es kommt
wij komen wir kommen
jullie komen ihr kommt
zij komen Sie kommen

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Niederländisch Deutsch
ik kwam ich kam
jij kwam du kamst
hij/zij/het kwam Er/sie/es kam
wij kwamen wir kamen
jullie kwamen Ihr kamt
zij kwamen Sie kamen

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Niederländisch Deutsch
ik ben gekomen Ich bin gekommen
jij bent gekomen Du bist gekommen
hij/zij/het is gekomen Er/sie/es ist gekommen
wij zijn gekomen wir sind gekommen
jullie zijn gekomen Ihr seid gekommen
zij zijn gekomen Sie sind gekommen

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Niederländisch Deutsch
ik ben gekomen Ich bin gekommen
jij bent gekomen du bist gekommen
hij/zij/het is gekomen Er/sie/es ist gekommen
wij zijn gekomen Wir sind gekommen
jullie zijn gekomen Ihr seid gekommen
zij zijn gekomen Sie sind gekommen

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Niederländisch Deutsch
ik zal komen ich werde kommen
jij zult/zal komen du wirst kommen
hij/zij/het zal komen Er/sie/es wird kommen
wij zullen komen Wir werden kommen
jullie zullen komen ihr werdet kommen
zij zullen komen Sie werden kommen

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Niederländisch Deutsch
ik zal zijn gekomen Ich werde gekommen sein
jij zult zijn gekomen du wirst gekommen sein
hij/zij/het zal zijn gekomen Er/sie/es wird gekommen sein
wij zullen zijn gekomen wir werden gekommen sein
jullie zullen zijn gekomen Ihr werdet gekommen sein
zij zullen zijn gekomen Sie werden gekommen sein
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Niederländisch Deutsch
ik zou komen ich würde kommen
jij zou komen du würdest kommen
hij/zij/het zou komen Er/sie/es würde kommen
wij zouden komen wir würden kommen
jullie zouden komen Ihr würdet kommen
zij zouden komen sie würden kommen

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Niederländisch Deutsch
ik zou gekomen zijn Ich wäre gekommen
jij zou gekomen zijn du wärest gekommen
hij/zij/het zou gekomen zijn Er/sie/es wäre gekommen
wij zouden gekomen zijn wir wären gekommen
jullie zouden gekomen zijn ihr wärt gekommen
zij zouden gekomen zijn Sie wären gekommen
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Niederländisch Deutsch
Kom! Komm!