Kletsen (plaudern) - Verbkonjugation und Übungen Teilen Kopiert!

Konjugation des kletsen (plaudern) für alle Zeitformen mit Beispielsätzen und Übungen.

Lernmaterialien, die dieses Verb implementieren:

Niveau: A1

Modul 1: Jezelf voorstellen (Sich selbst vorstellen)

Lektion 5: Familie (Familie)

Infinitief	Voltooid deelwoord
Kletsen (plaudern)	Gekletst (geplaudert)

Zeitformen

Aantonende wijs

Niederländisch	Deutsch
ik heb gekletst	Ich habe geplaudert
jij hebt gekletst / jij hebt gekletst	du hast geplaudert
(hij/zij/het) hij heeft gekletst	er hat geplaudert
wij hebben gekletst	Wir haben geplaudert
jullie hebben gekletst	Ihr habt geplaudert
zij hebben gekletst	Sie haben geplaudert

Niederländisch	Deutsch
ik heb gekletst	Ich habe geplaudert
jij hebt gekletst / heb jij gekletst?	du hast geplaudert / hast du geplaudert?
hij/zij/het heeft gekletst	Er/sie/es hat geplappert
wij hebben gekletst	Wir haben geplaudert
jullie hebben gekletst	Ihr habt geplaudert
zij hebben gekletst	Sie haben geplaudert

Niederländisch	Deutsch
(ik) zal gekletst hebben	ich werde geplauscht haben
(jij) zal gekletst hebben / zul gekletst hebben	du wirst geplaudert haben
(hij/zij/het) zal gekletst hebben	er/sie/es wird geplauscht haben
(wij) zullen gekletst hebben	wir werden geplaudert haben
(jullie) zullen gekletst hebben	Ihr werdet geplaudert haben
(zij) zullen gekletst hebben	Sie werden geplappert haben

Conditionele wijs

Niederländisch	Deutsch
(ik) zou gekletst hebben	Ich hätte geplaudert
(jij) zou gekletst hebben	du hättest geplaudert
(hij/zij/het) zou gekletst hebben	er/sie/es hätte geplaudert
(wij) zouden gekletst hebben	wir hätten geplaudert
(jullie) zouden gekletst hebben	Ihr hättet geplauscht
(zij) zouden gekletst hebben	sie hätten geplaudert

Imperatief (gebiedende wijs)

Niederländisch	Deutsch
Klets!	Plauder!