10K+ Studenten - 4.8/5
Lerne mit einem Lehrer Lernmaterialien inbegriffen Konversation üben

Hoesten (husten) - Verbkonjugation und Übungen

Konjugation des hoesten (husten) für alle Zeitformen mit Beispielsätzen und Übungen.

Hoesten (husten) - Verbkonjugation und Übungen

Lernmaterialien, die dieses Verb implementieren:

Niveau: A1

Modul 4: Objecten en mensen beschrijven (Objekte und Personen beschreiben)

Lektion 30: Ziekte en pijn (Krankheit und Schmerz)

Infinitief Voltooid deelwoord
Hoesten (Husten) Gehoest (gehustet)

Zeitformen

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Niederländisch Deutsch
ik hoest Ich huste
jij hoest du hustest
hij/zij/het hoest er/sie/es hustet
wij hoesten wir husten
jullie hoesten Ihr hustet
zij hoesten Sie husten

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Niederländisch Deutsch
ik hoestte ich hustete
jij hoestte du hustetest
hij/zij/het hoestte er/sie/es hustete
wij hoestten wir husteten
jullie hoestten ihr hustetet
zij hoestten sie husteten

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Niederländisch Deutsch
ik heb gehoest Ich habe gehustet
jij hebt/heb gehoest du hast gehustet
hij/zij/het heeft gehoest Er/sie/es hat gehustet
wij hebben gehoest Wir haben gehustet.
jullie hebben gehoest ihr habt gehustet
zij hebben gehoest Sie haben gehustet

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Niederländisch Deutsch
ik heb gehoest ich habe gehustet
jij hebt/ hebt jij gehoest du hast gehustet
hij/zij/het heeft gehoest Er/sie/es hat gehustet
wij hebben gehoest Wir haben gehustet
jullie hebben gehoest ihr habt gehustet
zij hebben gehoest Sie haben gehustet

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Niederländisch Deutsch
ik zal hoesten hebben Ich werde husten haben
jij zult hoesten hebben / zal hoesten hebben du wirst Husten haben
hij/zij/het zal hoesten hebben Er/sie/es wird husten haben
wij zullen hoesten hebben Wir werden husten haben
jullie zullen hoesten hebben Ihr werdet husten haben
zij zullen hoesten hebben sie werden husten

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Niederländisch Deutsch
ik zal gehoeuwd hebben Ich werde gehustet haben
jij zult/zul gehoeuwd hebben du wirst gehustet haben
hij/zij/het zal gehoeuwd hebben Er/sie/es wird gehustet haben
wij zullen gehoeuwd hebben wir werden gehustet haben
jullie zullen gehoeuwd hebben ihr werdet gehustet haben
zij zullen gehoeuwd hebben Sie werden gehustet haben
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Niederländisch Deutsch
ik zou hoesten ich würde husten
jij zou hoesten du würdest husten
hij/zij/het zou hoesten Er/sie/es würde husten
wij zouden hoesten Wir würden husten
jullie zouden hoesten Ihr würdet husten
zij zouden hoesten Sie würden husten

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Niederländisch Deutsch
ik zou gehoest hebben Ich hätte gehustet
jij zou gehoest hebben/je zou gehoest hebben du würdest gehustet haben
hij/zij/het zou gehoest hebben Er/sie/es hätte gehustet
wij zouden gehoest hebben Wir hätten gehustet
jullie zouden gehoest hebben ihr hättet gehustet
zij zouden gehoest hebben Sie hätten gehustet
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Niederländisch Deutsch
Hoest! Huste