- Welk(e) benutzt du für Entscheidungen zwischen zwei oder mehr Dingen.
- 'Wat' benutzt du für Tiere, Dinge oder Handlungen.
- 'Wie' verwendest du für eine oder mehrere Personen.
| Voornaamwoord (Fürwort) | Voorbeeld (Beispiel) | |
|---|---|---|
| Bijvoeglijk en zelfstandig gebruik (Adjektivische und substantivische Verwendung) | welk(e) | Welk e-mailadres heb je gebruikt? (Welche E-Mail-Adresse hast du benutzt?) |
| wat voor (een) | Wat voor pakket is dit? (Was für ein Paket ist das?) | |
| Zelfstandig gebruik (selbstständiger Gebrauch) | wie | Wie gaat naar het postkantoor? (Wer geht zur Post?) |
| wat | Wat staat er in de brief? (Was steht im Brief?) |
Ausnahmen!
- Welchen Gebrauch benutzt du für het-woorden.
- Welchen Gebrauch verwendest du für de-woorden.
Übung 1: Vragende voornaamwoorden (wie, wat, welk(e))
Anleitung: Füllen Sie das richtige Wort ein.
wat, Wie, Wat, Welk, Welke
1.
... is er precies verstuurd in dat bericht?
(Was genau wurde in dieser Nachricht geschickt?)
2.
Ik weet niet ... ik moet antwoorden op die e-mail.
(Ich weiß nicht, was ich auf diese E-Mail antworten soll.)
3.
... postzegel hoort bij deze brief?
(Welche Briefmarke gehört zu diesem Brief?)
4.
... pakket moet ik naar het postkantoor brengen?
(Welches Paket muss ich zum Postamt bringen?)
5.
... is de ontvanger van dit pakket?
(Wer ist der Empfänger dieses Pakets?)
6.
... staat er in die brief van de verzender?
(Was steht in dem Brief des Absenders?)
7.
... heeft deze e-mail gisteren ontvangen?
(Wer hat diese E-Mail gestern erhalten?)
8.
... brief moet ik eerst beantwoorden?
(Welchen Brief muss ich zuerst beantworten?)
Übung 2: Mehrfachauswahl
Anleitung: Wähle den richtigen Satz, in dem das Fragepronomen korrekt verwendet wird. Achte darauf, ob es sich um Personen, Dinge oder Auswahlmöglichkeiten handelt, und befolge die Regeln für „wer“, „was“ und „welche(n)“.
1.
'Welk' is onjuist omdat dit voor keuzes tussen dingen is, niet voor personen.
'Wat' is fout, want we vragen naar een persoon, niet naar een ding of actie.
2.
'Wat' is onjuist omdat het gaat om een keuze tussen zaken, niet om een onbepaald ding of actie.
'Wie' is fout omdat we niet naar een persoon verwijzen.
3.
'Wie' is fout omdat we niet naar personen vragen.
'Welk' is onjuist, want er is geen keuze tussen meerdere dingen in deze context.
4.
'Welk' is fout omdat 'afdeling' een de-woord is, dus gebruik je 'welke'.
'Wat' is fout omdat we hier naar een specifieke keuze (afdeling) vragen, niet naar een ding of een actie.