10K+ Studenten - 4.8/5
Lerne mit einem Lehrer Lernmaterialien inbegriffen Konversation üben

Häufig verwendete unregelmäßige Verben

'Zijn', 'gaan', 'hebben', 'zullen' sind vielgebrauchte unregelmäßige Verben.

Grammatica: Veel gebruikte onregelmatige werkwoorden

A1 Niederländisch Unregelmäßige Gegenwartsform

Niveau: A1

Modul 3: Dag tot dag (Tag für Tag)

Lektion 22: Lichaamsdelen (Körperteile)

Unterrichtsrichtlinien +/- 15 Minuten

Audio und Video

Audio mit Übersetzungen
Audio mit Übersetzungen

  1. 'Zijn' und 'hebben' sind die meistgenutzten Hilfsverben.
  2. 'Gaan' wird für zukünftige Handlungen mit einem Infinitiv verwendet.
  3. 'Zullen' drückt ein Versprechen, einen Vorschlag oder die Zukunft aus.
Werkwoord (Verb)Ik (Ich)Jij/u (Du/Sie)Hij/zij/het (Er/sie/es)Wij/jullie/zij (Wir/ihr/sie)
Zijn (Sein)benbentiszijn
Hebben (Haben)hebhebtheefthebben
Gaan (Gehen)gagaatgaatgaan
Zullen (Werden)zalzalzalzullen

Übung 1: Veel gebruikte onregelmatige werkwoorden

Anleitung: Füllen Sie das richtige Wort ein.

Übersetzung anzeigen Antworten zeigen

gaat, zullen, heeft, is, ga, ben, heb

1. Gaan:
Hij ... op blote voeten door het zand.
(Er geht barfuß durch den Sand.)
2. Hebben:
Zij ... een armband om haar arm.
(Sie hat ein Armband um ihren Arm.)
3. Zullen:
Morgen ... we naar het strand gaan.
(Morgen werden wir zum Strand gehen.)
4. Hebben:
Ik ... pijn in mijn buik na het eten.
(Ich habe Schmerzen in meinem Bauch nach dem Essen.)
5. Zijn:
Hij ... moe en legt zijn hoofd op het kussen.
(Er ist müde und legt seinen Kopf auf das Kissen.)
6. Gaan:
Het ... goed met mijn gezondheid.
(Es geht mir gut mit meiner Gesundheit.)
7. Zijn:
Ik ... blij met mijn lange haar.
(Ich bin glücklich mit meinen langen Haaren.)
8. Gaan:
Ik ... naar de dokter omdat mijn vinger pijn doet.
(Ich gehe zum Arzt, weil mein Finger weh tut.)

Übung 2: Übersetzen und in einem Satz verwenden

Anleitung: Wählen Sie ein Wort, übersetzen Sie es und verwenden Sie das Wort in einem Satz oder Dialog.

1

heb

habe

2

gaat

geht

3

ga

gehe

4

zullen

werden