Zich vervelen (sich langweilen) - Verbkonjugation und Übungen Teilen Kopiert!

Konjugation des zich vervelen (sich langweilen) für alle Zeitformen mit Beispielsätzen und Übungen.

Lernmaterialien, die dieses Verb implementieren:

Niveau: A2

Modul 5: Dagelijks huishouden (Täglicher Haushalt)

Lektion 34: Met pensioen gaan (Im Ruhestand)

Infinitief	Voltooid deelwoord
Zich vervelen (sich langweilen)	Zich verveeld (gelangweilt)

Zeitformen

Aantonende wijs

Niederländisch	Deutsch
(ik) verveel	ich langweile mich
(jij) verveelt / verveel	du langweilst/mir ist langweilig
(hij/zij/het) verveelt	er/sie/es langweilt sich
(wij) vervelen	wir langweilen uns
(jullie) vervelen	ihr langweilt euch
(zij) vervelen	sie langweilen sich

Niederländisch	Deutsch
(ik) verveelde me	Ich langweilte mich
(jij) verveelde je / verveelde u	du langweiltest dich / Sie langweilten sich
(hij/zij/het) verveelde zich	er/sie/es langweilte sich
(wij) verveelden ons	Wir langweilten uns
(jullie) verveelden je / verveelden u	ihr habt euch gelangweilt / Sie haben sich gelangweilt
(zij) verveelden zich	sie langweilten sich

Niederländisch	Deutsch
(ik) heb me verveeld	Ich habe mich gelangweilt
(jij) hebt je verveeld / hebt u zich verveeld	du hast dich gelangweilt / Sie haben sich gelangweilt
(hij/zij/het) heeft zich verveeld	Er/sie/es hat sich gelangweilt
(wij) hebben ons verveeld	Wir haben uns gelangweilt
(jullie) hebben je verveeld / hebben u zich verveeld	ihr habt euch gelangweilt / Sie haben sich gelangweilt
(zij) hebben zich verveeld	Sie haben sich gelangweilt

Niederländisch	Deutsch
(ik) heb mij verveeld	Ich habe mich gelangweilt
(jij) heb jij je verveeld / hebt jij je verveeld	du hast dich gelangweilt / hast du dich gelangweilt
(hij/zij/het) heeft zich verveeld	Er/Sie/Es hat sich gelangweilt
(wij) hebben ons verveeld	Wir haben uns gelangweilt
(jullie) hebben je verveeld	Ihr habt euch gelangweilt
(zij) hebben zich verveeld	sie haben sich gelangweilt

Niederländisch	Deutsch
(ik) zal mij hebben verveeld / zou mij hebben verveeld	ich werde mich gelangweilt haben / ich würde mich gelangweilt haben
(jij) zul jij/zal jij je hebben verveeld / zou jij je hebben verveeld	du wirst dich gelangweilt haben / du würdest dich gelangweilt haben
(hij/zij/het) zal zich hebben verveeld / zou zich hebben verveeld	Er/sie/es wird sich gelangweilt haben / würde sich gelangweilt haben
(wij) zullen ons hebben verveeld / zouden ons hebben verveeld	wir werden uns gelangweilt haben / würden uns gelangweilt haben
(jullie) zullen je hebben verveeld / zouden je hebben verveeld	Ihr werdet euch gelangweilt haben / würdet euch gelangweilt haben
(zij) zullen zich hebben verveeld / zouden zich hebben verveeld	sie werden sich gelangweilt haben / würden sich gelangweilt haben

Conditionele wijs

Niederländisch	Deutsch
ik zou me vervelen	Ich würde mich langweilen
jij zou je vervelen	du würdest dich langweilen
hij/zij/het zou zich vervelen	Er/sie/es würde sich langweilen
wij zouden ons vervelen	wir würden uns langweilen
jullie zouden je vervelen	Ihr würdet euch langweilen
zij zouden zich vervelen	sie würden sich langweilen

Niederländisch	Deutsch
ik zou mij verveeld hebben	Ich hätte mich gelangweilt
jij zou je verveeld hebben	du hättest dich gelangweilt
hij/zij/het zou zich verveeld hebben	er/sie/es hätte sich gelangweilt
wij zouden ons verveeld hebben	Wir hätten uns gelangweilt
jullie zouden je verveeld hebben	Ihr hättet euch gelangweilt
zij zouden zich verveeld hebben	sie hätten sich gelangweilt

Imperatief (gebiedende wijs)

Niederländisch	Deutsch
Verveel je!	Du langweilst dich!