Willen (wollen) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Präsens, indikativ)

 Willen (wollen) - Verbkonjugation und Übungen

Willen - Konjugation von Wollen auf Niederländisch: Konjugationstabelle, Beispiele und Übungen im Präsens, Indikativ. (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Präsens, indikativ)

Alle Konjugationen und Zeiten: Willen (wollen) - Verbkonjugation und Übungen

Lehrplan: Niederländischunterricht - Dingen vragen (Dinge fragen)

Konjugation von wollen im Präsens

Niederländisch Deutsch
ik wil ich will
jij wilt/wil du willst
hij/zij/het wil er/sie/es will
wij willen wir wollen
jullie willen ihr wollt
zij willen sie wollen

Beispielsätze

Niederländisch Deutsch
Ik wil antwoord op de vraag. Ich will eine Antwort auf die Frage.
Jij wilt weten waar het is. Du willst wissen, wo es ist.
Hij wil koffie drinken nu. Er will jetzt Kaffee trinken.
Wij willen weten wie komt. Wir wollen wissen, wer kommt.
Jullie willen weten hoeveel het kost. Ihr wollt wissen, wie viel es kostet.
Zij willen vragen wanneer het begint. Sie wollen fragen, wann es beginnt.

Übung: Verbkonjugation

Anleitung: Wählen Sie die richtige Form.

Übersetzung anzeigen Antworten zeigen

<strong>wil, wil, willen

1.
Hij ... koffie drinken nu.
(Er will jetzt Kaffee trinken.)
2.
Jij ...t weten waar het is.
(Du willst wissen, wo es ist.)
3.
Ik ... antwoord op de vraag.
(Ich will eine Antwort auf die Frage.)
4.
Wij ... weten wie komt.
(Wir wollen wissen, wer kommt.)
5.
Jullie ... weten hoeveel het kost.
(Ihr wollt wissen, wie viel es kostet.)
6.
Zij ... vragen wanneer het begint.
(Sie wollen fragen, wann es beginnt.)