Voelen (fühlen) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Präsens, indikativ)

 Voelen (fühlen) - Verbkonjugation und Übungen

Voelen - Konjugation von Fühlen auf Niederländisch: Konjugationstabelle, Beispiele und Übungen im Präsens, Indikativ. (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Präsens, indikativ)

Alle Konjugationen und Zeiten: Voelen (fühlen) - Verbkonjugation und Übungen

Lehrplan: Niederländischunterricht - Het weer (Das Wetter)

Konjugation von fühlen im Präsens

Niederländisch Deutsch
ik voel ich fühle
jij voelt du fühlst
hij/zij/het voelt er/sie/es fühlt
wij voelen wir fühlen
jullie voelen ihr fühlt
zij voelen sie fühlen

Beispielsätze

Niederländisch Deutsch
Ik voel de wind vandaag. Ich fühle den Wind heute.
Jij voelt de zon warm. Du fühlst die Sonne warm.
Hij voelt de regen nu. Er fühlt den Regen jetzt.
Wij voelen de temperatuur fris. Wir fühlen die Temperatur frisch.
Jullie voelen de storm komen. Ihr fühlt den Sturm kommen.
Zij voelen de kou morgen. Sie werden morgen die Kälte spüren.

Übung: Verbkonjugation

Anleitung: Wählen Sie die richtige Form.

Übersetzung anzeigen Antworten zeigen

voelt, voel, voelen

1.
Ik ... de wind vandaag.
(Ich fühle den Wind heute.)
2.
Jij ... de zon warm.
(Du fühlst die Sonne warm.)
3.
Hij ... de regen nu.
(Er fühlt den Regen jetzt.)
4.
Wij ... de temperatuur fris.
(Wir fühlen die Temperatur frisch.)
5.
Jullie ... de storm komen.
(Ihr fühlt den Sturm kommen.)
6.
Zij ... de kou morgen.
(Sie werden morgen die Kälte spüren.)