Spelen (spielen) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Präsens, indikativ) Teilen Kopiert!
Spelen - Konjugation von Spielen auf Niederländisch: Konjugationstabelle, Beispiele und Übungen im Präsens, Indikativ. (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Präsens, indikativ)
Alle Konjugationen und Zeiten: Spelen (spielen) - Verbkonjugation und Übungen
Lehrplan: Niederländischunterricht - Sport en beweging (Sport und Bewegung)
Konjugation von spielen im Präsens
| Niederländisch | Deutsch |
|---|---|
| (ik) speel | ich spiele |
| (jij) speelt/spel | du spielst |
| (hij/zij/het) speelt | er/sie/es spielt |
| (wij) spelen | wir spielen |
| (jullie) spelen | ihr spielt |
| (zij) spelen | sie spielen |
Beispielsätze
| Niederländisch | Deutsch |
|---|---|
| Ik speel graag het voetbal na school. | Ich spiele nach der Schule gerne Fußball. |
| Jij speelt elke week basketbal met vrienden. | Du spielst jede Woche Basketball mit Freunden. |
| Hij speelt tennis in de sportschool. | Er spielt Tennis im Fitnessstudio. |
| Wij spelen samen een sportwedstrijd morgen. | Wir spielen morgen zusammen ein Sportspiel. |
| Jullie spelen goed tijdens de geplande wedstrijd. | Ihr spielt gut während des geplanten Spiels. |
| Zij spelen buiten en bewegen veel vandaag. | Sie spielen draußen und bewegen sich heute viel. |
Übung: Verbkonjugation
Anleitung: Wählen Sie die richtige Form.
speel, speelt, spelen
1.
Ik ... graag het voetbal na school.
(Ich spiele nach der Schule gerne Fußball.)
2.
Zij ... buiten en bewegen veel vandaag.
(Sie spielen draußen und bewegen sich heute viel.)
3.
Wij ... samen een sportwedstrijd morgen.
(Wir spielen morgen zusammen ein Sportspiel.)
4.
Jullie ... goed tijdens de geplande wedstrijd.
(Ihr spielt gut während des geplanten Spiels.)
5.
Jij ... elke week basketbal met vrienden.
(Du spielst jede Woche Basketball mit Freunden.)
6.
Hij ... tennis in de sportschool.
(Er spielt Tennis im Fitnessstudio.)