10K+ Studenten - 4.8/5
Lerne mit einem Lehrer Lernmaterialien inbegriffen Konversation üben

Realiseren (realisieren) - Verbkonjugation und Übungen

Konjugation des realiseren (realisieren) für alle Zeitformen mit Beispielsätzen und Übungen.

Realiseren (realisieren) - Verbkonjugation und Übungen

Lernmaterialien, die dieses Verb implementieren:

Niveau: A2

Modul 5: Dagelijks huishouden (Täglicher Haushalt)

Lektion 31: Bucketlist (Wunschliste)

Infinitief Voltooid deelwoord
Realiseren (realisieren) Gerealiseerd (realisiert)

Zeitformen

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) realiseer ich realisiere
(jij) realiseert/realiseer du realisierst/realisiere
(hij/zij/het) realiseert er realisiert
(wij) realiseren wir realisieren
(jullie) realiseren ihr realisiert
(zij) realiseren sie realisieren

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) realiseerde ich realisierte
(jij) realiseerde/realiséérde du realisiertest
(hij/zij/het) realiseerde er realisierte/sie realisierte/es realisierte
(wij) realiseerden wir realisierten
(jullie) realiseerden ihr realisiertet
(zij) realiseerden sie realisierten

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) heb gerealiseerd Ich habe realisiert
(jij) hebt/hébt gerealiseerd du hast realisiert
(hij/zij/het) heeft gerealiseerd er hat realisiert
(wij) hebben gerealiseerd wir haben realisiert
(jullie) hebben gerealiseerd Ihr habt realisiert
(zij) hebben gerealiseerd sie haben realisiert

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) heb gerealiseerd Ich habe realisiert
(jij) heb/hebt gerealiseerd du hast realisiert
(hij/zij/het) heeft gerealiseerd Er hat realisiert
(wij) hebben gerealiseerd wir haben realisiert
(jullie) hebben gerealiseerd Ihr habt realisiert
(zij) hebben gerealiseerd sie haben realisiert

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Niederländisch Deutsch
(ik) zal realiseren ich werde realisieren
(jij) zult realiseren / zal realiseren du wirst realisieren
(hij/zij/het) zal realiseren er wird realisieren
(wij) zullen realiseren wir werden realisieren
(jullie) zullen realiseren ihr werdet realisieren
(zij) zullen realiseren sie werden realisieren

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Niederländisch Deutsch
(ik) zal gerealiseerd hebben Ich werde realisiert haben
(jij) zal/zult gerealiseerd hebben du wirst realisiert haben
(hij/zij/het) zal gerealiseerd hebben er wird realisiert haben
(wij) zullen gerealiseerd hebben wir werden realisiert haben
(jullie) zullen gerealiseerd hebben ihr werdet realisiert haben
(zij) zullen gerealiseerd hebben sie werden realisiert haben
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Niederländisch Deutsch
ik zou realiseren ich würde realisieren
jij zou realiseren du würdest realisieren
hij/zij/het zou realiseren er würde realisieren
wij zouden realiseren wir würden realisieren
jullie zouden realiseren ihr würdet realisieren
zij zouden realiseren sie würden realisieren

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Niederländisch Deutsch
ik zou gerealiseerd hebben ich hätte realisiert
jij zou gerealiseerd hebben / zou gerealiseerd hebben du hättest realisiert
(hij/zij/het) hij zou gerealiseerd hebben / zij zou gerealiseerd hebben / het zou gerealiseerd hebben er hätte realisiert / sie hätte realisiert / es hätte realisiert
wij zouden gerealiseerd hebben wir hätten realisiert
jullie zouden gerealiseerd hebben Ihr hättet realisiert
zij zouden gerealiseerd hebben sie hätten realisiert
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Niederländisch Deutsch
Realiseer! Du realisierst