Opstaan (aufstehen) - Verbkonjugation und Übungen
Teilen
Kopiert!
Konjugation des opstaan (aufstehen) für alle Zeitformen mit Beispielsätzen und Übungen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Opstaan (Aufstehen) |
Opgestaan (Aufgestanden) |
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Teilen
Kopiert!
Niederländisch |
Deutsch |
ik sta op |
ich stehe auf |
jij staat op |
du stehst auf |
hij/zij/het staat op |
Er/sie/es steht auf |
wij staan op |
wir stehen auf |
jullie staan op |
ihr steht auf |
zij staan op |
sie stehen auf |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Teilen
Kopiert!
Niederländisch |
Deutsch |
ik stond op |
Ich stand auf |
jij stond op |
du standst auf |
hij/zij/het stond op |
Er/sie/es stand auf |
wij stonden op |
wir standen auf |
jullie stonden op |
ihr standet auf |
zij stonden op |
Sie standen auf |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Teilen
Kopiert!
Niederländisch |
Deutsch |
ik ben opgestaan |
Ich bin aufgestanden |
jij bent opgestaan |
Du bist aufgestanden |
hij/zij/het is opgestaan |
Er/sie/es ist aufgestanden |
wij zijn opgestaan |
Wir sind aufgestanden |
jullie zijn opgestaan |
Ihr seid aufgestanden |
zij zijn opgestaan |
Sie sind aufgestanden |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Teilen
Kopiert!
Niederländisch |
Deutsch |
ik ben opgestaan |
Ich bin aufgestanden. |
jij bent opgestaan |
du bist aufgestanden |
hij/zij/het is opgestaan |
Er/sie/es ist aufgestanden |
wij zijn opgestaan |
Wir sind aufgestanden |
jullie zijn opgestaan |
Ihr seid aufgestanden |
zij zijn opgestaan |
Sie sind aufgestanden |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Teilen
Kopiert!
Niederländisch |
Deutsch |
ik zal opgestaan zijn |
Ich werde aufgestanden sein. |
jij zult/zult opgestaan zijn |
du wirst aufgestanden sein |
hij/zij/het zal opgestaan zijn |
Er/sie/es wird aufgestanden sein |
wij zullen opgestaan zijn |
wir werden aufgestanden sein |
jullie zullen opgestaan zijn |
Ihr werdet aufgestanden sein |
zij zullen opgestaan zijn |
Sie werden aufgestanden sein |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Teilen
Kopiert!
Niederländisch |
Deutsch |
ik zal zijn opgestaan |
ich werde aufgestanden sein |
jij zult zijn opgestaan |
Du wirst aufgestanden sein |
hij/zij/het zal zijn opgestaan |
Er/sie/es wird aufgestanden sein |
wij zullen zijn opgestaan |
Wir werden aufgestanden sein |
jullie zullen zijn opgestaan |
Ihr werdet aufgestanden sein |
zij zullen zijn opgestaan |
sie werden aufgestanden sein |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Teilen
Kopiert!
Niederländisch |
Deutsch |
ik zou opstaan |
ich würde aufstehen |
jij zou opstaan |
du würdest aufstehen |
hij/zij/het zou opstaan |
Er/sie/es würde aufstehen |
wij zouden opstaan |
wir würden aufstehen |
jullie zouden opstaan |
Ihr würdet aufstehen |
zij zouden opstaan |
sie würden aufstehen |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Teilen
Kopiert!
Niederländisch |
Deutsch |
ik zou opgestaan zijn |
Ich wäre aufgestanden |
jij zou opgestaan zijn |
du wärest aufgestanden |
hij/zij/het zou opgestaan zijn |
Er/sie/es wäre aufgestanden |
wij zouden opgestaan zijn |
Wir wären aufgestanden |
jullie zouden opgestaan zijn |
Ihr wärt aufgestanden |
zij zouden opgestaan zijn |
Sie wären aufgestanden. |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Teilen
Kopiert!
Niederländisch |
Deutsch |
Sta op! |
Steh auf! |
|