Opmerken (merken) - Verbkonjugation und Übungen
Teilen
Kopiert!
Konjugation des opmerken (merken) für alle Zeitformen mit Beispielsätzen und Übungen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Opmerken (merken) |
Opgemerkt (bemerkt) |
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Teilen
Kopiert!
Niederländisch |
Deutsch |
ik opmerk |
ich merke |
jij opmerkt/merk jij op |
du merkst |
hij/zij/het merkt op |
er/sie/es merkt |
wij merken op |
wir merken |
jullie merken op |
ihr merkt |
zij merken op |
Sie merken |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Teilen
Kopiert!
Niederländisch |
Deutsch |
(ik) merkte op |
ich merkte |
(jij) merkte op / merkte op? |
du merktest |
(hij/zij/het) merkte op |
er/sie/es bemerkte |
(wij) merkten op |
wir merkten |
(jullie) merkten op |
ihr merktet |
(zij) merkten op |
sie merkten |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Teilen
Kopiert!
Niederländisch |
Deutsch |
(ik) heb opgemerkt |
Ich habe gemerkt |
(jij) hebt opgemerkt/hebt opgemerkt |
du hast gemerkt |
(hij/zij/het) heeft opgemerkt |
er/sie/es hat bemerkt |
(wij) hebben opgemerkt |
wir haben gemerkt |
(jullie) hebben opgemerkt |
ihr habt gemerkt |
(zij) hebben opgemerkt |
sie haben gemerkt |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Teilen
Kopiert!
Niederländisch |
Deutsch |
(ik) heb opgemerkt |
ich habe gemerkt |
(jij) hebt opgemerkt / hebt opgemerkt |
du hast gemerkt |
(hij/zij/het) heeft opgemerkt |
er hat gemerkt |
(wij) hebben opgemerkt |
wir haben gemerkt |
(jullie) hebben opgemerkt |
ihr habt gemerkt |
(zij) hebben opgemerkt |
sie haben gemerkt |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Teilen
Kopiert!
Niederländisch |
Deutsch |
(ik) zal opmerken |
ich werde merken |
(jij) zal opmerken / zul opmerken |
du wirst merken |
(hij/zij/het) zal opmerken |
er wird merken/sie wird merken/es wird merken |
(wij) zullen opmerken |
wir werden merken |
(jullie) zullen opmerken |
ihr werdet merken |
(zij) zullen opmerken |
sie werden merken |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Teilen
Kopiert!
Niederländisch |
Deutsch |
(ik) zal hebben opgemerkt |
ich werde bemerkt haben |
(jij) zult hebben opgemerkt / zul hebben opgemerkt |
du wirst gemerkt haben |
(hij/zij/het) zal hebben opgemerkt |
er wird bemerkt haben |
(wij) zullen hebben opgemerkt |
wir werden bemerkt haben |
(jullie) zullen hebben opgemerkt |
Ihr werdet bemerkt haben |
(zij) zullen hebben opgemerkt |
sie werden bemerkt haben |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Teilen
Kopiert!
Niederländisch |
Deutsch |
ik zou opmerken |
ich würde merken |
jij zou opmerken / zou jij opmerken |
du würdest merken / würdest du merken |
(hij/zij/het) hij zou opmerken / zij zou opmerken / het zou opmerken |
er würde merken / sie würde merken / es würde merken |
wij zouden opmerken |
wir würden merken |
jullie zouden opmerken |
ihr würdet merken |
zij zouden opmerken |
sie würden merken |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Teilen
Kopiert!
Niederländisch |
Deutsch |
(ik) zou opgemerkt hebben |
ich hätte gemerkt |
(jij) zou opgemerkt hebben |
du hättest gemerkt |
(hij/zij/het) zou opgemerkt hebben |
er würde gemerkt haben |
(wij) zouden opgemerkt hebben |
wir hätten gemerkt |
(jullie) zouden opgemerkt hebben |
ihr hättet gemerkt |
(zij) zouden opgemerkt hebben |
sie würden gemerkt haben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Teilen
Kopiert!
Niederländisch |
Deutsch |
Opmerk! |
Du merkst |
|