Observeren (beobachten) - Verbkonjugation und Übungen Teilen Kopiert!

Konjugation des observeren (beobachten) für alle Zeitformen mit Beispielsätzen und Übungen.

Lernmaterialien, die dieses Verb implementieren:

Niveau: A2

Modul 3: Weekendplannen (Wochenendpläne)

Lektion 19: Op de camping (Auf dem Campingplatz)

Infinitief	Voltooid deelwoord
Observeren (beobachten)	Geobserveerd (beobachtet)

Zeitformen

Aantonende wijs

Niederländisch	Deutsch
(ik) observeerde	ich beobachtete
(jij) observeerde/observeerde	du beobachtetest
(hij/zij/het) observeerde	er/sie/es beobachtete
(wij) observeerden	wir beobachteten
(jullie) observeerden	ihr beobachtetet
(zij) observeerden	sie beobachteten

Niederländisch	Deutsch
(ik) heb geobserveerd	Ich habe beobachtet
(jij) hebt geobserveerd / hebt geobserveerd	du hast beobachtet
(hij/zij/het) heeft geobserveerd	er/sie/es hat beobachtet
(wij) hebben geobserveerd	Wir haben beobachtet
(jullie) hebben geobserveerd	ihr habt beobachtet
(zij) hebben geobserveerd	sie haben beobachtet

Niederländisch	Deutsch
(ik) heb geobserveerd	ich habe beobachtet
(jij) hebt geobserveerd/geobserveerde	du hast beobachtet
(hij/zij/het) heeft geobserveerd	er/sie/es hat beobachtet
(wij) hebben geobserveerd	wir haben beobachtet
(jullie) hebben geobserveerd	Ihr habt beobachtet
(zij) hebben geobserveerd	sie haben beobachtet

Niederländisch	Deutsch
ik zal observeren	ich werde beobachten
jij zult observeren / zal jij observeren	du wirst beobachten / wirst du beobachten
(hij/zij/het) hij zal observeren / zij zal observeren / het zal observeren	er wird beobachten / sie wird beobachten / es wird beobachten
wij zullen observeren	wir werden beobachten
jullie zullen observeren	ihr werdet beobachten
zij zullen observeren	sie werden beobachten

Niederländisch	Deutsch
(ik) zal hebben geobserveerd / zal geobserveerd hebben	ich werde beobachtet haben
(jij) zal hebben geobserveerd / zal geobserveerd hebben	du wirst beobachtet haben
(hij/zij/het) zal hebben geobserveerd / zal geobserveerd hebben	er/sie/es wird beobachtet haben
(wij) zullen hebben geobserveerd / zullen geobserveerd hebben	wir werden beobachtet haben
(jullie) zullen hebben geobserveerd / zullen geobserveerd hebben	ihr werdet beobachtet haben
(zij) zullen hebben geobserveerd / zullen geobserveerd hebben	sie werden beobachtet haben

Conditionele wijs

Niederländisch	Deutsch
ik zou geobserveerd hebben	Ich hätte beobachtet
jij zou geobserveerd hebben / zou je geobserveerd hebben	du hättest beobachtet / hättest du beobachtet
(hij/zij/het) hij zou geobserveerd hebben / zij zou geobserveerd hebben / het zou geobserveerd hebben	er hätte beobachtet / sie hätte beobachtet / es hätte beobachtet
wij zouden geobserveerd hebben	wir hätten beobachtet
jullie zouden geobserveerd hebben	Ihr hättet beobachtet
zij zouden geobserveerd hebben	sie hätten beobachtet

Imperatief (gebiedende wijs)

Niederländisch	Deutsch
Observeer!	Beobachte!