Lezen (lesen) - Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT), conditionele wijs (Konditionalsatz Gegenwart, konjunktiv ii)

 Lezen (lesen) - Verbkonjugation und Übungen

Lezen - Konjugation von Lesen auf Niederländisch: Konjugationstabelle, Beispiele und Übungen im Konditional Präsens, Konditionalsatz. (Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT), conditionele wijs).

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT), conditionele wijs (Konditionalsatz Gegenwart, konjunktiv ii)

Alle Konjugationen und Zeiten: Lezen (lesen) - Verbkonjugation und Übungen

Lehrplan: Niederländischunterricht - Hobby's beschrijven (Hobbys beschreiben)

Konjugation von lesen im Konditional Präsens (CTT)

Niederländisch Deutsch
ik zou lezen ich würde lesen
jij zou lezen du würdest lesen
hij/zij/het zou lezen er/sie/es würde lesen
wij zouden lezen wir würden lesen
jullie zouden lezen ihr würdet lesen
zij zouden lezen sie würden lesen

Beispielsätze

Niederländisch Deutsch
Ik zou het boek graag lezen na het eten. Ich würde das Buch gerne nach dem Essen lesen.
Jij zou vaak lezen als hobby leuk vinden. Du würdest Lesen als Hobby oft mögen.
Hij zou altijd muziek luisteren tijdens het lezen. Er würde beim Lesen immer Musik hören.
Wij zouden elke week een nieuw schilderij lezen. Wir würden jede Woche ein neues Gemälde lesen.
Jullie zouden de foto in het boek lezen. Ihr würdet das Foto im Buch lesen.
Zij zouden regelmatig de menukaart lezen in het restaurant. Sie würden regelmäßig die Speisekarte im Restaurant lesen.

Übung: Verbkonjugation

Anleitung: Wählen Sie die richtige Form.

Übersetzung anzeigen Antworten zeigen

jullie, hij, ik, jij, zouden, zij, het, lezen, zou, wij

1.
... ... vaak ... als hobby leuk vinden.
(Du würdest Lesen als Hobby oft mögen.)
2.
... ... altijd muziek luisteren tijdens ... ....
(Er würde beim Lesen immer Musik hören.)
3.
... ... elke week een nieuw schilderij ....
(Wir würden jede Woche ein neues Gemälde lesen.)
4.
... ... regelmatig de menukaart ... in het restaurant.
(Sie würden regelmäßig die Speisekarte im Restaurant lesen.)
5.
... ... de foto in het boek ....
(Ihr würdet das Foto im Buch lesen.)
6.
... ... het boek graag ... na het eten.
(Ich würde das Buch gerne nach dem Essen lesen.)