Hebben (haben) - Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Präteritum, indikativ) Teilen Kopiert!
Hebben - Konjugation von „Haben“ auf Niederländisch: Konjugationstabelle, Beispiele und Übungen im Plusquamperfekt, Indikativ. (Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs).
Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Präteritum, indikativ)
Alle Konjugationen und Zeiten: Hebben (haben) - Verbkonjugation und Übungen
Lehrplan: Niederländischunterricht - Groeten en afscheid (Grüße und Abschiede)
Konjugation von haben im Präteritum
| Niederländisch | Deutsch |
|---|---|
| (ik) had | ich hatte |
| (jij) had/hadde | du hattest |
| (hij/zij/het) had | er/sie/es hatte |
| (wij) hadden | wir hatten |
| (jullie) hadden | ihr hattet |
| (zij) hadden | sie hatten |
Beispielsätze
| Niederländisch | Deutsch |
|---|---|
| Ik had gisteren geld afgehaald bij de geldautomaat. | Ich habe gestern Geld am Geldautomaten abgehoben. |
| Jij had de cheque meegnomen naar de bank. | Du hattest den Scheck zur Bank mitgenommen. |
| Hij had zijn pinpas toegevoegd aan de online betaling. | Er hat seine Karte für die Online-Zahlung hinzugefügt. |
| Wij hadden een rekening geopend bij de grote bank. | Wir hatten ein Konto bei der großen Bank eröffnet. |
| Jullie hadden contant betaald met muntgeld en biljetten. | Ihr habt bar mit Münzen und Scheinen bezahlt. |
| Zij hadden gespaard voor een nieuwe creditcard. | Sie hatten für eine neue Kreditkarte gespart. |
Übung: Verbkonjugation
Anleitung: Wählen Sie die richtige Form.
hadden, had
1.
Ik ... gisteren geld afgehaald bij de geldautomaat.
(Ich habe gestern Geld am Geldautomaten abgehoben.)
2.
Jij ... de cheque meegnomen naar de bank.
(Du hattest den Scheck zur Bank mitgenommen.)
3.
Hij ... zijn pinpas toegevoegd aan de online betaling.
(Er hat seine Karte für die Online-Zahlung hinzugefügt.)
4.
Wij ... een rekening geopend bij de grote bank.
(Wir hatten ein Konto bei der großen Bank eröffnet.)
5.
Jullie ... contant betaald met muntgeld en biljetten.
(Ihr habt bar mit Münzen und Scheinen bezahlt.)
6.
Zij ... gespaard voor een nieuwe creditcard.
(Sie hatten für eine neue Kreditkarte gespart.)