Geloven (glauben) - Verbkonjugation und Übungen Teilen Kopiert!
Konjugation des geloven (glauben) für alle Zeitformen mit Beispielsätzen und Übungen.

Lernmaterialien, die dieses Verb implementieren:
Niveau: A2
Modul 6: Op het werk (Bei der Arbeit)
Lektion 41: Meningen en onderhandelingen (Meinungen und Verhandlungen)
Infinitief | Voltooid deelwoord |
---|---|
Geloven (glauben) | Geloofd (geglaubt) |
Zeitformen
Aantonende wijs | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)Teilen Kopiert!
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)Teilen Kopiert!
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)Teilen Kopiert!
|
||||||
Voltooid verleden tijd (VVT)Teilen Kopiert!
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)Teilen Kopiert!
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)Teilen Kopiert!
|
Conditionele wijs | |||||
---|---|---|---|---|---|
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)Teilen Kopiert!
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)Teilen Kopiert!
|
Imperatief (gebiedende wijs) | |||
---|---|---|---|
Gebiedende wijsTeilen Kopiert!
|