Gaan (gehen) - Verbkonjugation und Übungen

Konjugation des gaan (gehen) für alle Zeitformen mit Beispielsätzen und Übungen.

 Gaan (gehen) - Verbkonjugation und Übungen

Lernmaterialien, die dieses Verb implementieren:

Niveau: A1

Modul 2: Van uren tot seizoenen (Von Stunden zu Jahreszeiten)

Lektion 12: Seizoenen, maanden en delen van het jaar (Jahreszeiten, Monate und Teile des Jahres)

Infinitief Voltooid deelwoord
Gaan (Gehen) Gegaan (gegangen)

Zeitformen

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) ga ich gehe
(jij) gaat/ga du gehst/geh
(hij/zij/het) gaat er/sie/es geht
(wij) gaan wir gehen
(jullie) gaan ihr geht
(zij) gaan sie gehen

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) ging ich ging
(jij) ging/ginge du gingst
(hij/zij/het) ging er/sie/es ging
(wij) gingen wir gingen
(jullie) gingen ihr gingt
(zij) gingen sie gingen

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) ben gegaan ich bin gegangen
(jij) bent gegaan du bist gegangen
(hij/zij/het) is gegaan er/sie/es ist gegangen
(wij) zijn gegaan wir sind gegangen
(jullie) zijn gegaan ihr seid gegangen
(zij) zijn gegaan sie sind gegangen

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) ben gegaan ich bin gegangen
(jij) bent gegaan du bist gegangen
(hij/zij/het) is gegaan er/sie/es ist gegangen
(wij) zijn gegaan wir sind gegangen
(jullie) zijn gegaan ihr seid gegangen
(zij) zijn gegaan sie sind gegangen

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Niederländisch Deutsch
(ik) zal gaan ich werde gehen
(jij) zult/zal gaan du wirst gehen
(hij/zij/het) zal gaan er/sie/es wird gehen
(wij) zullen gaan wir werden gehen
(jullie) zullen gaan ihr werdet gehen
(zij) zullen gaan sie werden gehen

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Niederländisch Deutsch
(ik) zal gegaan zijn ich werde gegangen sein
(jij) zult/zal gegaan zijn du wirst gegangen sein
(hij/zij/het) zal gegaan zijn er/sie/es wird gegangen sein
(wij) zullen gegaan zijn wir werden gegangen sein
(jullie) zullen gegaan zijn Ihr werdet gegangen sein
(zij) zullen gegaan zijn sie werden gegangen sein
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) zou gaan ich würde gehen
(jij) zou gaan du würdest gehen
(hij/zij/het) zou gaan er/sie/es würde gehen
(wij) zouden gaan wir würden gehen
(jullie) zouden gaan ihr würdet gehen
(zij) zouden gaan sie würden gehen

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) zou gegaan zijn ich wäre gegangen
(jij) zou gegaan zijn du wärest gegangen
(hij/zij/het) zou gegaan zijn er wäre gegangen
(wij) zouden gegaan zijn wir wären gegangen
(jullie) zouden gegaan zijn ihr wäret gegangen
(zij) zouden gegaan zijn sie wären gegangen
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Niederländisch Deutsch
Ga! Geh!