Eten (essen) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Präsens, indikativ)

 Eten (essen) - Verbkonjugation und Übungen

Eten - Konjugation von Essen auf Niederländisch: Konjugationstabelle, Beispiele und Übungen im Präsens, Indikativ. (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Präsens, indikativ)

Alle Konjugationen und Zeiten: Eten (essen) - Verbkonjugation und Übungen

Lehrplan: Niederländischunterricht - Dagelijks eten (Tägliches Essen)

Konjugation von essen im Präsens

Niederländisch Deutsch
(ik) eet ich esse
(jij) eet / eet je du isst / isst du
(hij/zij/het) eet er/sie/es isst
(wij) eten wir essen
(jullie) eten ihr esst
(zij) eten sie essen

Beispielsätze

Niederländisch Deutsch
Ik eet altijd 's middags mijn lunch. Ich esse immer mittags mein Mittagessen.
Eet jij vaak op maandagavond thuis? Du isst oft am Montagabend zu Hause
Hij eet 's ochtends vers brood. Er isst morgens frisches Brot.
Wij eten samen op vrijdagavond thuis. Wir essen freitagabends zusammen zu Hause.
Jullie eten meestal vroeg op zaterdag. Ihr esst meistens früh am Samstag.
Zij eten vandaag om zes uur avondeten. Sie essen heute um sechs Uhr Abendessen.

Übung: Verbkonjugation

Anleitung: Wählen Sie die richtige Form.

Übersetzung anzeigen Antworten zeigen

eet, eten

1.
Zij ... vandaag om zes uur avond....
(Sie essen heute um sechs Uhr Abendessen.)
2.
Hij ... 's ochtends vers brood.
(Er isst morgens frisches Brot.)
3.
... jij vaak op maandagavond thuis?
(Du isst oft am Montagabend zu Hause)
4.
Jullie ... meestal vroeg op zaterdag.
(Ihr esst meistens früh am Samstag.)
5.
Wij ... samen op vrijdagavond thuis.
(Wir essen freitagabends zusammen zu Hause.)
6.
Ik ... altijd 's middags mijn lunch.
(Ich esse immer mittags mein Mittagessen.)