10K+ Studenten - 4.8/5

Lerne mit einem Lehrer Lernmaterialien inbegriffen Konversation üben

Dansen (tanzen) - Verbkonjugation und Übungen

Konjugation des dansen (tanzen) für alle Zeitformen mit Beispielsätzen und Übungen.

 Dansen (tanzen) - Verbkonjugation und Übungen

Lernmaterialien, die dieses Verb implementieren:

Niveau: A1

Modul 6: De stad en het dorp (Die Stadt und das Dorf)

Lektion 44: Vrijdagavond uit (Freitagabend)

Infinitief Voltooid deelwoord
Dansen (tanzen) Gedanst (Übersetzung wird geladen …)

Zeitformen

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Niederländisch Deutsch
ik dans ich tanze
jij danst du tanzt
hij/zij/het danst Er/sie/es tanzt
wij dansen wir tanzen
jullie dansen ihr tanzt
zij dansen sie tanzen

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Niederländisch Deutsch
ik danste Ich tanzte
jij danste du tanztest
hij/zij/het danste Er/sie/es tanzte
wij dansten Wir tanzten
jullie dansten ihr tanztet
zij dansten Sie tanzten

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Niederländisch Deutsch
ik heb gedanst Ich habe getanzt
jij hebt gedanst du hast getanzt
hij/zij/het heeft gedanst Er/sie/es hat getanzt
wij hebben gedanst Wir haben getanzt
jullie hebben gedanst Ihr habt getanzt
zij hebben gedanst Sie haben getanzt.

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Niederländisch Deutsch
ik heb gedanst Ich habe getanzt
jij hebt/heb gedanst du hast getanzt
hij/zij/het heeft gedanst Er/sie/es hat getanzt
wij hebben gedanst wir haben getanzt
jullie hebben gedanst ihr habt getanzt
zij hebben gedanst Sie haben getanzt

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Niederländisch Deutsch
ik zal gedanst hebben Ich werde getanzt haben
jij zult gedanst hebben/zal gedanst hebben du wirst getanzt haben
hij/zij/het zal gedanst hebben Er/sie/es wird getanzt haben
wij zullen gedanst hebben wir werden getanzt haben
jullie zullen gedanst hebben ihr werdet getanzt haben
zij zullen gedanst hebben sie werden getanzt haben

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Niederländisch Deutsch
ik zal hebben gedanst Ich werde getanzt haben
jij zal hebben gedanst du wirst getanzt haben
hij/zij/het zal hebben gedanst Er/sie/es wird getanzt haben
wij zullen hebben gedanst wir werden getanzt haben
jullie zullen hebben gedanst Ihr werdet getanzt haben
zij zullen hebben gedanst Sie werden getanzt haben
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Niederländisch Deutsch
ik zou dansen ich würde tanzen
jij zou dansen du würdest tanzen
hij/zij/het zou dansen Er/sie/es würde tanzen
wij zouden dansen wir würden tanzen
jullie zouden dansen Ihr würdet tanzen
zij zouden dansen sie würden tanzen

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Niederländisch Deutsch
ik zou gedanst hebben Ich hätte getanzt
jij zou gedanst hebben Du würdest getanzt haben
hij/zij/het zou gedanst hebben Er/sie/es hätte getanzt
wij zouden gedanst hebben Wir hätten getanzt
jullie zouden gedanst hebben ihr hättet getanzt
zij zouden gedanst hebben Sie hätten getanzt
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Niederländisch Deutsch
Dans! Tanz!