Bestaan (bestehen) - Verbkonjugation und Übungen Teilen Kopiert!

Konjugation des bestaan (bestehen) für alle Zeitformen mit Beispielsätzen und Übungen.

Lernmaterialien, die dieses Verb implementieren:

Niveau: A2

Modul 3: Weekendplannen (Wochenendpläne)

Lektion 19: Op de camping (Auf dem Campingplatz)

Infinitief	Voltooid deelwoord
Bestaan (Bestehen)	Bestaan (Bestehen)

Zeitformen

Aantonende wijs

Niederländisch	Deutsch
(ik) heb bestaan	ich habe bestanden
(jij) hebt bestaan/bent bestaan	du hast bestanden/bist bestanden
(hij/zij/het) heeft bestaan/is bestaan	er/sie/es hat bestanden
(wij) hebben bestaan/zijn bestaan	wir haben bestanden/sind bestanden
(jullie) hebben bestaan/zijn bestaan	ihr habt bestanden/ihr seid bestanden
(zij) hebben bestaan/zijn bestaan	sie haben bestanden/sind bestanden

Niederländisch	Deutsch
ik zal bestaan	ich werde bestehen
jij zult bestaan / zal je bestaan	du wirst bestehen / wirst du bestehen
hij/zij/het zal bestaan	er/sie/es wird bestehen
wij zullen bestaan	Wir werden bestehen
jullie zullen bestaan	Ihr werdet bestehen
zij zullen bestaan	sie werden bestehen

Niederländisch	Deutsch
(ik) zal bestaan	ich werde bestanden haben
(jij) zult bestaan / zal bestaan	du wirst bestanden haben
(hij/zij/het) zal bestaan	er/sie/es wird bestanden haben
(wij) zullen bestaan	wir werden bestanden haben
(jullie) zullen bestaan	ihr werdet bestanden haben
(zij) zullen bestaan	sie werden bestanden haben

Conditionele wijs

Niederländisch	Deutsch
ik zou bestaan hebben	ich hätte bestanden
jij zou bestaan hebben / zou bestaan hebben	du hättest bestanden
(hij/zij/het) hij zou bestaan hebben	er hätte bestanden
wij zouden bestaan hebben	wir würden bestanden haben
jullie zouden bestaan hebben	Ihr hättet bestanden
zij zouden bestaan hebben	sie hätten bestanden

Imperatief (gebiedende wijs)

Niederländisch	Deutsch
Bestaan!	bestehe