Aankomen (ankommen) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Präsens, indikativ)

 Aankomen (ankommen) - Verbkonjugation und Übungen

Aankomen - Konjugation von Ankommen auf Niederländisch: Konjugationstabelle, Beispiele und Übungen im Präsens kontinuierlich, Indikativ. (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Präsens, indikativ)

Alle Konjugationen und Zeiten: Aankomen (ankommen) - Verbkonjugation und Übungen

Lehrplan: Niederländischunterricht - Hoe laat is het? De klok lezen. (Uhrzeit und Uhr ablesen)

Konjugation von ankommen im Präsens

Niederländisch Deutsch
(ik) kom aan ich komme an
(jij) komt aan/kom aan du kommst an
(hij/zij/het) komt aan er/sie/es kommt an
(wij) komen aan wir kommen an
(jullie) komen aan ihr kommt an
(zij) komen aan sie kommen an

Beispielsätze

Niederländisch Deutsch
Ik kom aan om half drie. Ich komme um halb drei an.
Jij komt aan na het kwartier. Du kommst nach einer Viertelstunde an.
Hij komt aan om het uur. Er kommt jede Stunde an.
Wij komen aan stipt om vijf over. Wir kommen pünktlich um fünf nach.
Jullie komen aan in de middag. Ihr kommt am Nachmittag an.
Zij komen aan vóór middernacht. Sie kommen vor Mitternacht an.

Übung: Verbkonjugation

Anleitung: Wählen Sie die richtige Form.

Übersetzung anzeigen Antworten zeigen

komen aan, <strong>kom, komt aan, aan, kom aan

1.
Jullie ... in de middag.
(Ihr kommt am Nachmittag an.)
2.
Ik ... om half drie.
(Ich komme um halb drei an.)
3.
Wij ... stipt om vijf over.
(Wir kommen pünktlich um fünf nach.)
4.
Jij ...t ... na het kwartier.
(Du kommst nach einer Viertelstunde an.)
5.
Hij ... om het uur.
(Er kommt jede Stunde an.)
6.
Zij ... vóór middernacht.
(Sie kommen vor Mitternacht an.)